19636 |
kolengruis |
mul:
meul (Q158p Riksingen)
|
gruis van kolen [ZND 35 (1941)]
III-2-1
|
21567 |
kolonel |
kolonel:
ne kolenel (Q158p Riksingen)
|
Kolonel. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
33026 |
kolven afstropen |
afdoen:
ǭf˱dun (Q158p Riksingen)
|
De maïskolven ontdoen van de schutbladeren. Het object van de handeling is steeds maïskolven. [N Q, 22]
I-4
|
19615 |
kom |
komp:
komp (Q158p Riksingen, ...
Q158p Riksingen)
|
een kom, twee kommen (rond en diep) [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)]
III-2-1
|
20005 |
konijn |
konijn:
(mv.)uit: (de vellen van) konijnen; niet: konijnenvellen
knijn (Q158p Riksingen),
ook ondergebracht mat. van ZND01, u-130
knēͅjən (Q158p Riksingen)
|
konijn [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)]
III-2-1
|
21266 |
koning |
koning:
keuning (Q158p Riksingen)
|
koning [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
19416 |
kookkachel, fornuis |
cuisinière (fr.):
kwezənīər (Q158p Riksingen)
|
de vierkante kookkachel, met twee of vier ovens van voren [ZND 23 (1937)]
III-2-1
|
33546 |
kool, algemeen: een krop kool |
hoofd:
hø̄t (Q158p Riksingen)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
33233 |
koolraap (ondergronds) |
raapkolen:
rǫpkø̄l (Q158p Riksingen)
|
Brassica napus L. subsp. rapifera. Bedoeld is hier de gekweekte knol van de plant met de naam koolzaad. De plant heeft gele bloemen; het vlees van de knol is oranjekleurig; bij sommige variëteiten ook wit. Koolraap stelt minder eisen aan de grond dan bieten. De verbouw is vrij algemeen in Limburg verspreid. De knollen worden vooral als veevoeder gebruikt en dan ingekuild; soms ook werden ze als groente gegeten. Er zijn twee soorten teelt: -onder de grond (hier behandeld); ook wel gewestelijk raapkool of knolraap genoemd of kortweg knol; -boven de grond; ook wel koolraap-boven-de-grond, glaskoolraap of koolrabi genoemd. Vaak is een meervoudsvorm opgegeven naast of in plaats van het enkelvoud; dit is steeds in het lemma aangegeven. Op grond van de laatste medeklinker in deze meervoudsvormen kan als slotmedeklinker van de enkelvoudsvormen eerder een verstemloosde -b dan een -p worden aangehouden. Op een enkel duidelijk tegenvoorbeeld na (meervoud koolrapen) is hier dan ook de spelling -raab aangehouden, in overeenstemming met de spelling -reub. Wanneer is opgegeven dat het woordaccent op de tweede lettergreep ligt is ook dat in het lemma vermeld. Vergelijk ook het lemma Koolzaad. [N 12, 39; N 12A, 3a; JG 1a, 1b, 2c; L 6, 36; monogr.; add. uit N 7, 1b]
I-5
|
23216 |
koor |
koor:
het koor in de kerk (Q158p Riksingen)
|
Het (of de?) koor van de kerk. [ZND 28 (1938)]
III-3-3
|