e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Riksingen

Overzicht

Gevonden: 1965
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koude noordenwind, bijs bijs: bäis (Riksingen), noorderwind: nōrdər wēͅnt (Riksingen) koude noorderwind [bies] [N 22 (1963)] || noordenwind [ZND 10 (1925)] III-4-4
kous met knoopjes getje: yešəs (Riksingen) kousen met knoopjes die over de gewone kousen worden gedragen [slopkouse, sjlopehaoze, sjloebe] [N 24 (1964)] III-1-3
kous: algemeen n kousen]: kōs (Riksingen) kous, lange beenbekleding [haos, hous, sjtrump [N 24 (1964)] III-1-3
kousenband kousbindel: kōsbeŋəl (Riksingen), kousenband: kōssəbant (Riksingen) kousenband [ZND 01u (1924)] || kousenband om het bovenbeen [bendel, binjel haozebendel, ongerbinjel, kousenbendel] [N 24 (1964)] III-1-3
kouter kouter: kō.tǝr (Riksingen) Het lange smalle mes dat (achter de voorschaar) aan de ploegboom is bevestigd en dat bij het ploegen de voor vertikaal afsnijdt. [N 11, 31.I.c; N 11A, 85b; JG 1a + 1b; A 26, 4a; L 1 a-m; L 28, 40; Lu 4, 4a; S 19; monogr.] I-1
kouwe drukte veel beschaar: veul bechaar (Riksingen) veel beslag, ophef maken over een zaak [ZND 32 (1939)] III-1-4
kraag kraag: kroig (Riksingen) kraag [ZND 28 (1938)] III-1-3
kraag van een kraagmantel pelerine (<fr.): pelərin (Riksingen) kraag, zeer brede ~ van een kraagmantel (vero) [pellerien] [N 23 (1964)] III-1-3
kraagmantel cloche (fr.): Van Dale (FN): cloche, manteau - wijdvallende mantel.  klos (Riksingen) kraagmantel (vero) [kariek, karrik] [N 23 (1964)] III-1-3
kraakbeen kraakbeen: krâkbēn (Riksingen) kraakbeen (zacht been; Fr. cartillage) [ZND 01u (1924)] III-1-1