e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117b plaats=Rimburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
smidse smidse: šmets (Rimburg) In het algemeen de werkplaats van een smid en meer in het bijzonder de plaats waar de smidsvuurhaard is ondergebracht. Zie ook afb. 1. [N 33, 5; S 33; JG 1a; JG 1b; monogr.] II-11
snee brood snede: sjnēēj (Rimburg) snede; Hoe noemt U: Een snee brood (snee, rondommer) [N 80 (1980)] III-2-3
sneeuwen sneeuwen: sjneihe (Rimburg), šneiə (Rimburg) sneeuwen [DC 03 (1934)], [SGV (1914)] III-4-4
sneeuwx sneeuw: sjnei (Rimburg), šnei (Rimburg) sneeuw [DC 03 (1934)], [SGV (1914)] III-4-4
snijwonde snit: inne snit in der vinger (Rimburg) snee in de vinger [N 07 (1961)] III-1-2
snikken snikken: snikke (Rimburg) snikken [snoffe] [N 10 (1961)] III-1-4
snoepen snuiten: sjnütze (Rimburg) snoepen [SGV (1914)] III-2-3
snoepgoed snuit: sjnuts (Rimburg) snoepgoed; Hoe noemt U: Zoetigheid, lekkernij, snoeperij, snoepgoed (mem, smul, lekker, lakker, snoep, lekkergoed, lekkerigheid, sneukelderij, snuisterij, kokerel, zoetigheid, grevegoed) [N 80 (1980)] III-2-3
snoepje klompje: klumpku (Rimburg) snoepje; Hoe noemt U: Een stukje snoepgoed (babbeltje, snoepje) [N 80 (1980)] III-2-3
snoer smikkesnoer: šmekǝšnōr (Rimburg) Bewegend deel van de zweep dat aan de steel bevestigd is. Een aantal informanten verdeelt het snoer nog in een onderste gedeelte dat aan de stok bevestigd is, en een dunner (gevlochten) gedeelte, waaraan de kletsoor bevestigd is. De benamingen die met zekerheid refereren aan dat dunnere gedeelte, worden apart vermeld. [N 13, 95b; S 47; R 14, 20; monogr.] I-10