e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117b plaats=Rimburg

Overzicht

Gevonden: 1563
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grootvader gross-pap: cf. VD D-N s.v. "Grosspapa  gröspäp (Rimburg) grootvader [DC 05 (1937)] III-2-2
grootx groot: gróət (Rimburg) groot [DC 03 (1934)] III-4-4
grote hoeveelheid, hoop hoop: hoap (Rimburg), hopen (mv.): hoape (Rimburg) hoop [SGV (1914)] || hoopen (mv.) [SGV (1914)] III-4-4
grutto grutto: gruutto (Rimburg) grutto (41 lange rechte bek en poten; wit in de vleugel; luidruchtig; algemeen in weiland; roep onder de pronkvlucht hoog in de lucht [grrieto, grrieto] [N 09 (1961)] III-4-1
gruwelijk grausam (du.): grausam (Rimburg) gruwelijk [SGV (1914)] III-1-4
guit snaak: sjnaak (Rimburg) guit [SGV (1914)] III-1-4
gulden gulden: julle (Rimburg) gulden [SGV (1914)] III-3-1
gunnen vergunnen: vergönne (Rimburg) gunnen [SGV (1914)] III-1-4
guur, kil en schraal weer koel (weer): keul (Rimburg) nattig en koud, gezegd van het weer [kil, killig, waterkoud] [N 81 (1980)] III-4-4
haagappel hagenappel: hagenäppel (Rimburg) haagappel [SGV (1914)] III-4-3