e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117b plaats=Rimburg

Overzicht

Gevonden: 1563
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kousenband strumpbindel: strəmpbengel (Rimburg) kousenband [N 07 (1961)] III-1-3
kouter kouter: kǭ ̝tǝr (Rimburg) Het lange smalle mes dat (achter de voorschaar) aan de ploegboom is bevestigd en dat bij het ploegen de voor vertikaal afsnijdt. [N 11, 31.I.c; N 11A, 85b; JG 1a + 1b; A 26, 4a; L 1 a-m; L 28, 40; Lu 4, 4a; S 19; monogr.] I-1
kraakbeen knoers/knors: knoewz (Rimburg), knoosj (Rimburg) kraakbeen [SGV (1914)] || kraakbeen [noerz, knorzel, knoezelbeen] [N 10a (1961)] III-1-1
kraanvogel kroenekraan: kroene krane (Rimburg), kroenekraane (Rimburg) kraanvogel [SGV (1914)] || kraanvogel (114 alleen op trek; nu vrij zeldzaam; in grote V-vormige troepen overvliegend; alleen in Oost-Brabant; overnachtend bij vennen [N 09 (1961)] III-4-1
krabben kratsen: kratse (Rimburg, ... ), ziene kop kratse (Rimburg), schuren: schoere (Rimburg) krabben [SGV (1914)] || krabben: schuren, krabben tegen jeuk [schobbe] [N 10 (1961)] || krabben: zijn hoofd krabben tegen jeuk [kraowe] [N 10 (1961)] III-1-2
kramer kramer: krièmer (Rimburg) kramer [SGV (1914)] III-3-1
kramsvogel krammesvogel: krammesvoegel (Rimburg, ... ) kramsvogel || kramsvogel (25 groter dan koperwiek [021]; vaak in diens gezelschap; heeft grijze kop en stuit; ook alleen wintervogel; roep [tjak-tjak-tjak] [N 09 (1961)] III-4-1
krant blad: blad (Rimburg) krant [SGV (1914)] III-3-1
krassen kratsen: kratse (Rimburg) krassen [SGV (1914)] III-4-4
kreeft kreeft: krèft (Rimburg) kreeft [SGV (1914)] III-2-3