e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
door elkaar, verward dooreen: dōōrein (Roermond), ondereen: ōngərein (Roermond), ongeregeld: ongeregeld (Roermond), ōngəreegəlt (Roermond) niet volgens vaste regels geschikt [ongeregeld, onverschillig] [N 91 (1982)] || op ongeregelde wijze dooreengemengd [verward, verstreuveld] [N 91 (1982)] III-4-4
door water het lopen met schoeisel aan baggeren: baggere (Roermond), dabbelen: (F)  dabbele (Roermond), dabben: dabbe (Roermond), dabberen: dabbere (Roermond) lopen: met schoenen of klompen door het water lopen [daawele, dabbere, bettere] [N 10 (1961)] III-1-2
doordeweekse (werk)schort blauwe scholk: blauwe sjolk (Roermond), cotonnade (fr.) scholk: Vgl. p. 126, kattenaat: sjone sjwaore kattenaat veur sjolke.  kattenate sjolk (Roermond), werkscholk: wirkscholk (Roermond), wirksjolk (Roermond) katoenen schort || schort, blauwlinnen (werk) ~ voor door de week [N 24 (1964)] || voorschoot, werkschort zonder borststuk scholk, skolk, veuring, veurik, sloep, sloof, slopschorteldoek] [N 24 (1964)] III-1-3
doordeweekse kleren `s werkdaagse kleren: swerdigse kleijer (Roermond), `s werkendaagse kleren: swirkendaagse kleijer (Roermond), doordeweekse kleren: doordewaekse kleijer (Roermond), doordewéékse kleijer (Roermond), Het gebruik van daags als bn., b.v. daagse kleijer, is van jonge datum onder invloed van het AN; Ro[ermonds] is door-de-weekse-kleijer. Sub daags.  door-de-weekse-kleijer (Roermond), weekse pongelen: WNT: pongel, 3. vod, lomp, en vervolgens iets dat geen waarde heeft.  weekse pongele (Roermond), werkkleren: wirkkleijer (Roermond) #NAME? || De kleren die men in de week draagt. [DC 62 (1987)] || door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
doordeweekse mis doordeweekse mis: door de waekse mis (Roermond) Een door-de-weekse mis. [N 96B (1989)] III-3-3
doordeweekse muts wit mutsje: wit mötske (Roermond) muts, witte ~ zonder poffer voor door de week, voor oudere en minder gegoede vrouwen ook voor s zondags {afb} [N 25 (1964)] III-1-3
doordrenken, nat maken nat maken: naat make (Roermond, ... ), naāt maākə (Roermond) met een vloeistof doordrenken; nat maken [platsen, pletsen, plodderen] [N 91 (1982)] III-4-4
doorloopschaar doorloopscheer: dōrlǫwpšēr (Roermond) Handschaar voor het knippen van metaalplaat. Bij het gebruik van de doorloopschaar hoeft men de plaat tijdens het knippen niet meer te buigen, maar kan deze via een geleidingssleuf van de schaar een uitweg vinden. Zie ook afb. 139. [N 64, 3a; N 66, 4a] II-11
doorn, stekel doorn: daore (Roermond), doorn (mv.): dör (Roermond), døͅr (Roermond), doorns: dores (Roermond), netel: netel (Roermond) doorn || doornen [DC 23 (1953)], [RND] III-4-3
doornenkroon doornenkroon: doornekroon (Roermond) De doornenkroon, een kroon van doornen. [N 96B (1989)] III-3-3