34082 |
draaiers |
draaiers:
drē̜i̯ǝrs (L329p Roermond)
|
De kleine heupen achter de grote heupen, meestal in de vorm van uitstekende botten of knobbels. [N 3A, 110b]
I-11
|
24950 |
draaikolk |
draaikolk:
dreij kolk (L329p Roermond),
dreijkolk (L329p Roermond),
drèj kolk (L329p Roermond),
drèjkòlk (L329p Roermond),
kolk:
kolk (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
kòlk (L329p Roermond)
|
kolk, plaats in water waar een snel ronddraaiende stroom is die voorwerpen kan meeslepen en naar beneden trekken [willing, wieling, waal, wolf, draaipol] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
22680 |
draaiorgel |
orgeltje:
øͅrgəlkə (L329p Roermond),
tetteletet:
wordt op de buik gedragen
tētələtēt (L329p Roermond)
|
Een draaiorgel dat op de rug gedragen wordt [lier]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
28544 |
dracht |
dracht:
drax (L329p Roermond)
|
Periode of vlucht waarin de bijen honing en stuifmeel verzamelen. De periode bestrijkt voorjaar, zomer en najaar. Met dracht kan men ook duiden op het resultaat van de vlucht, nl. de honing. [N 63, 48; Ge 37, 84]
II-6
|
24311 |
dracht, drachtig zijn |
ww. is drachtig:
drachtig (L329p Roermond)
|
Hoe noemt u de dracht van honden, katten, konijnen etc. (kipsel) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
33873 |
drachtige merrie |
veulmeer:
vø̄lmē̜r (L329p Roermond)
|
De merrie "behoudt", als men na een drietal weken zekerheid heeft dat ze drachtig is; bij een miskraam "verwerpt" ze. [JG 1a, 1b; N 8, 50a]
I-9
|
33523 |
draden of randen van peulvruchten |
ringen/randen:
rank (sg) (L329p Roermond),
vamen:
vaim (L329p Roermond)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
17806 |
dragen |
dragen:
drage (L329p Roermond),
drá:gə (L329p Roermond)
|
dragen [DC 02 (1932)]
III-1-2
|
25127 |
dragen, gezegd van ijs |
dragen:
drage (L329p Roermond),
t, ies dreug (L329p Roermond),
ət īēs dreug (L329p Roermond),
⁄t ies dreug (L329p Roermond),
houden:
háájə (L329p Roermond),
⁄t ies hilt (L329p Roermond)
|
dragen gezegd van ijs waarop men kan lopen [lijden, helen, houden] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20236 |
drager van de doodskist |
drager:
draeger (L329p Roermond)
|
een drager van de lijkkist [dreëjer] [N 96D (1989)]
III-2-2
|