e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een veulen werpen veulen: vø̜lǝ (Roermond), veulenen: vø̄lǝnǝ (Roermond) Als de weeën toenemen, gaat de merrie liggen. De geboorte begint, als de vliezen breken en het vruchtwater wegloopt. [JG 1a, 1b; N 8, 52] I-9
een wind laten blazen: blaoze (Roermond), schijten: schèete (Roermond) wind laten [N 10c (1961)] III-1-1
een zandbad nemen (zich) mullen: mø̜i̯lǝn (Roermond), bakeren: bākǝrǝ (Roermond) Met de vleugels een zandbad nemen in de zonneschijn, gezegd van kippen. [N 19, 61b; A 28, 13a; A 28, 13b; Lu 6, 13a; Lu 6, 13b; monogr.] I-12
een ziekte onder de leden hebben daar is get loos: doa is get loos (Roermond), een krankte onder de leden hebben: hae haet ein krenkte onger de lēēje (Roermond), een kwaal onder de leden hebben: n kwaol onger de leeje höbbe (Roermond) ziekte onder de leden hebben [N 10 (1961)] III-1-2
een zwerm opvangen scheppen: šø̜pǝ (Roermond) Het opvangen van een zwerm in een schepkorf. Wanneer een zwerm zich vastgezet heeft aan een tak of iets dergelijks, dan brengt de imker een kleine schepkorf onder de tros. Met een flinke ruk aan de tak valt de zwerm in de korf. Wanneer de bijen in de korf zitten, wordt deze langzaam omgedraaid, omdat de bijen zich aan de strowand of aan elkaar moeten kunnen vastklemmen. Soms moet men een tweede of derde ruk aan de tak geven. Hoe langer een zwerm hangt, hoe vaster hij zit. Een imker moet dus met scheppen niet al te lang wachten. De objecten zwerm, bij e.a. zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. [N 63, 84a; JG 1a+1b; JG 2b-5, 4; Ge 37, 105; monogr.] II-6
eend eend: ē̜nj (Roermond), ęi̯nj (Roermond) [JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 18; S 49; L 1a-m; NE II, 55; Vld.; L A1, 48; monogr.] I-12
eendekroos kroost: kroos(t) (Roermond, ... ) eendekroos [DC 56 (1981)] III-4-3
eendenhok eendenkooi: ēnjǝkōi̯ (Roermond) Afgeschotte ruimte in de stal, doorgaans vlak bij de kippenkooi, waar men eenden houdt. [A 10, 9j] I-6
eenentwintigen (kaartspel) eenentwintigen: einentwinjtigen (Roermond), einentwintige (Roermond) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
eenvoudig bedeesd: bedes (Roermond), eenvoudig: eenvoudig (Roermond), gewoon: gəweun (Roermond) zonder overdaad, weelde of vertoon, niet voornaam [bedest, gewoon, eenvoudig] [N 85 (1981)] III-1-4