17775 |
enkel |
enkel:
inkəl (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond)
|
enkel [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
33605 |
enten |
enten:
ʔɛntə (L329p Roermond),
gruffelen:
grøfələ (L329p Roermond)
|
[RND 08]
I-7
|
21204 |
envelop |
envelop (<fr.):
envelop (L329p Roermond),
ánvəloppə (L329p Roermond)
|
de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17985 |
epidemie |
epidemie:
epedemie (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
epidemie (L329p Roermond)
|
Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
23608 |
epistel |
epistel (<lat.):
epsitel (L329p Roermond)
|
De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19013 |
er heet aan toegaan |
heet:
heit (L329p Roermond),
spannen:
sjpannə (L329p Roermond)
|
er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22433 |
ereboog |
boog:
baog (L329p Roermond),
ereboog:
e:rebao:g (L329p Roermond),
erebaog (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L329p Roermond)
|
De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)] || Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)] || Een triumfboog of ereboog ter versiering van de straten [triejoemfboaëg]. [N 96C (1989)] || Ereboog: ereboog.
III-3-2
|
24046 |
ereboog voor de jonge priester |
ereboog:
erebaog (L329p Roermond)
|
De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20374 |
ereboog voor het bruidspaar |
ereboog:
erebaog veur t broedspaar (L329p Roermond)
|
de ereboog voor het bruidspaar [N 96D (1989)]
III-2-2
|
24775 |
ereprijs |
wilde thee:
WLD
wilje thee (L329p Roermond)
|
Ereprijs (veronica officinalis). De stengel is geheel onbehaard. De bladeren zijn bij hun top of in ¯t midden het breedst en getand. De bloemen zijn bleekblauw, zelden vleeskleurig, op zeer korte steeltjes gezeten (wilde thee, engel oogje, henneske). [N 92 (1982)]
III-4-3
|