32318 |
geerhamer |
geerhamel:
gērhāmǝl (L329p Roermond),
geerhamer:
gērhāmǝr (L329p Roermond)
|
De hamer waarmee de metalen banden aan één kant uitgesmeed worden. Zie ook het lemma ɛde banden uitsmedenɛ.' [N E, 43b]
II-12
|
24078 |
geestelijke |
heer:
heer (L329p Roermond)
|
Een priester die geen pater is [heer, geesteling]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18832 |
geestig |
geestig:
geistig (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L329p Roermond)
|
met fijnzinnige humor [koel, gevat, geestig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17834 |
geeuwen |
gapen:
gaape (L329p Roermond),
gape (L329p Roermond),
Ook i.b.v. dom staren of toekijken.
gaape (L329p Roermond),
geeuwen:
geewe (L329p Roermond)
|
gapen [N 10 (1961)]
III-1-2
|
20796 |
geeuwhonger |
geeuwhonger:
g‧ēhoŋər (L329p Roermond)
|
geeuwhonger
III-2-3
|
33705 |
gegraven waterloop |
geleis:
gǝlęi̯s (L329p Roermond),
graaf:
grāf (L329p Roermond),
gracht:
grax (L329p Roermond),
graxt (L329p Roermond),
wijer:
wīr (L329p Roermond)
|
In het algemeen is in dit lemma sprake van een gegraven waterloop als afscheiding of om overtollig water af te voeren of om te bewateren. In dialectenquêtes zijn er veel vragen gesteld naar de benamingen voor een sloot, graaf of gracht. In de antwoorden bleek veel overlap te zitten. Het gaat hier om waterlopen die verschillend van breedte kunnen zijn. Omdat de antwoorden hierover niet eenduidig waren, was het niet mogelijk aan een begrip een vaste breedte toe te kennen. Algemeen kan men zeggen dat een gracht een bredere sloot is, een graaf een wat bredere, vaak droge sloot, en dat een goot, grub en zouw wat smallere waterlopen zijn. Het overeenkomstige bij alle waterlopen is dat ze gegraven zijn. [N 27, 24; AGV, m1; A 20, 1c; A 20, 1d; A 10, 21; A 2, 48; L 24, 27; L 1a-m; L 36, 4; L A1, 62; Lu 1, 5; R 14, 23j; S 11, 33; monogr.]
I-8
|
20692 |
gehakt |
gehakt:
gehak (L329p Roermond),
kalfsgehak (L329p Roermond),
Syst. WBD
gehakt (L329p Roermond),
varkensgehakt:
verkesgehak (L329p Roermond)
|
Fijngehakt vlees (bilber?) [N 16 (1962)] || gehakt || kalfsgehakt || varkensgehakt
III-2-3
|
23728 |
geheimen van de rozenkrans |
geheimen:
geheime van de rozekrans (L329p Roermond)
|
De geheimen van de Rozenkrans bestaande uit de blijde geheimen, de droevige geheimen en de glorierijke of glorievolle geheimen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18964 |
geheimzinnig |
stiekem:
sjtiekem (L329p Roermond),
sjtiekum (L329p Roermond)
|
een verborgen betekenis hebbend, in het geheim geschiedend [bekeinsd, geheimzin-nig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17621 |
gehemelte |
gehemelte:
gehemelte (L329p Roermond),
raak:
raak (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
verhemelte:
verheemelte (L329p Roermond),
verhemelte (L329p Roermond, ...
L329p Roermond)
|
gehemelte [raak, geemel] [N 10a (1961)] || Hoe noemt men de bovenkant van de mondholte? ( Nederl. gehemelte, verhemelte). [DC 30 (1958)]
III-1-1
|