33024 |
goede- opbrengst geven |
rooien:
rǭi̯ǝ (L329p Roermond)
|
Werkwoordelijke uitdrukking van het vorige lemma "de oogst levert goed op", "staat er goed voor". Zeer algemene uitdrukkingen als "(de oogst) staat goed" of "(de oogst) staat schoon" zijn hier niet opgenomen. Vergelijk ook het lemma ''groeien'' (1.1.4). [N 15, 12; monogr.; add. uit N 15, 10 en 11; L 5, 39; L 39, 39]
I-4
|
19102 |
goedheid |
goedheid:
goodheid (L329p Roermond),
goedigheid:
go:tigheid (L329p Roermond),
gojigheid (L329p Roermond),
gottigheid (L329p Roermond),
gö:tigheid (L329p Roermond)
|
goedheid
III-1-4
|
22657 |
goedkoopste rang in een schouwburg |
apennootjesrang:
āpən"tjəsraŋ (L329p Roermond),
engelenbak:
ingelebak (L329p Roermond)
|
De goedkoopste rang in een schouwburg [uilekot]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
18954 |
goedzak |
goedzak:
goedzak (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
gootzàk (L329p Roermond),
lobbes:
dae löbbes van ¯ne Sjang is väöls te good veur dem
löbbes (L329p Roermond)
|
een persoon die altijd goed handelt en goed is voor andere mensen [goedzak, godsblok] [N 85 (1981)] || lobbes
III-1-4
|
24958 |
golf |
golf:
ein golf (L329p Roermond),
golf (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
gólf (L329p Roermond)
|
golf, bolle verheffing op de waterspiegel, meestal veroorzaakt door de wind [baar, zwolp] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24959 |
golven ww. |
golven:
golve (L329p Roermond),
golven (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
gólvə (L329p Roermond),
rijzen en dalen:
rieze en dale (L329p Roermond)
|
golven (ww), rijzen en dalen van water [gurzelen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24538 |
gom |
gom:
gom (L329p Roermond),
gōm (L329p Roermond),
wierook:
LDB
wierik (L329p Roermond)
|
De kleverige, doorschijnende vloeistof die uit spleten of insnijdingen in sommige bomen vloeit en in de lucht hard word; deze stof is i.t.t. hars niet oplosbaar in alcohol of ether gom, plek). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
20552 |
gombal |
zjiep-ke:
sjiepke (L329p Roermond),
sjĭĕsjĭĕpkə (L329p Roermond),
sjuusjĭĕpkə (L329p Roermond)
|
siepke; Hoe noemt U: Een balletje van gesuikerde arabisch gom (siepke) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
17903 |
gooien |
gooien:
gooje (L329p Roermond),
Veldeke
gooie (L329p Roermond),
WLD
gooje (L329p Roermond),
smijten:
sjmiete (L329p Roermond),
Veldeke
sjmiete (L329p Roermond),
WLD
sjmiete (L329p Roermond)
|
gooien; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 26 (1964)]
III-1-2
|
19570 |
gootsteen |
pompensteen:
gootsteen niet gebruikelijk
pómpesjtein (L329p Roermond)
|
gootsteen
III-2-1
|