e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grijpen door roofdieren grijpen: WBD/WLD  grīēpə (Roermond), klampen: klampe (Roermond), snappen: sjnappe (Roermond) Hoe noemt u het vastgrijpen van ratten, muizen, etc. door roofdieren (klampen) [N 83 (1981)] III-4-2
grijpen naar graaien: graaien (Roermond), grijpen: griepe (Roermond), nao get grīēpe (Roermond), nao iets griepe (Roermond) grijpen naar iets [naar iets raome] [N 10a (1961)] III-1-2
gril gril: gril (Roermond, ... ), kuur: kuur (Roermond) een plotseling opkomende onberedeneerde gedachte of wens [gril, loet, nuk, kuur, streek, kneep, stuip, bijze] [N 85 (1981)] III-1-4
grindx grind: grintj (Roermond) grind III-4-4
grinniken grinniken: grinnike (Roermond, ... ) lachen, niet hardop en met een knorrend bijgeluid, soms spottend [grinniken, grinnieken, gabberen, gramelen, gremelen] [N 85 (1981)] III-1-4
groei, wasdom wasdom: wasdom (Roermond, ... ), wasdóm (Roermond), wazdom (Roermond), LDB  wasdom (Roermond) Groei, wasdom, levenskracht in planten (tier, krots). [N 82 (1981)] || wasdom III-4-3
groeien groeien: greuje (Roermond, ... ), greujĕ (Roermond), greujə (Roermond), gry(3)̄jə (Roermond), grȳi̯ǝ (Roermond), grø̄i̯ǝ (Roermond), groter worden: grootĕr wairĕ (Roermond), grotər wairə (Roermond), grôtər wei̯rə (Roermond), wassen: wassen (Roermond), wasǝ (Roermond) De algemene benaming voor het groter worden van het gewas. Het oude Limburgse woord is wassen; zoals de kaart laat zien, komt de term groeien onder invloed van het Nederlands echter al in bijna heel Limburg voor. Aarden betekent eigenlijk "goed groeien, goede opbrengst laten verwachten", evenals (ge)dijen en tieren in het tweede deel van het lemma. De benaming struiken betekent "een struik vormen" in de uitdrukking "het koren is al goed gestruikt" (Q 111). De opgegeven antwoorden voor "dat gewas ''gedijt'' niet" staan achter in het lemma bijeen. [RND 124; L 32, 13; L 44, 45; monogr.; add. uit A 3, 16; L 4, 16; L A2, 374] || groeien (Je bent nog niet groot genoeg om een flesch wijn leeg te drinken, je moet eerst nog wat groeien en grooter worden.) [DC 03 (1934)] || groeien: Groter worden: in grootte toenemen, gezegd van kinderen (groeien, wassen, profiteren). [N 84 (1981)] || groter worden (Je bent nog niet groot genoeg om een flesch wijn leeg te drinken, je moet eerst nog wat groeien en grooter worden.) [DC 03 (1934)] I-4, III-1-1
groeien, wassen groeien: greuje (Roermond, ... ), WBD-WLD  greujə (Roermond), wassen: wasse (Roermond, ... ), LDB  wasse (Roermond) Groeien, in grootte toenemen, gezegd van bomen, planten, bloemen (groeien, wassen). [N 82 (1981)] III-4-3
groeizaam weer groeizaam (weer): greujzaam (Roermond), greujzaam waer (Roermond, ... ), greuzaam wèèr (Roermond), grujzaam wéér (Roermond), mals weertje: mals waerke (Roermond), vers (weer): vers wèèr (Roermond), vruchtbaar weer: vrögbaar wéér (Roermond) groeizaam weer (in de zomer) [vet] [N 22 (1963)] || mals regenachtig weer (in de zomer) [vers, vörs] [N 22 (1963)] III-4-4
groene specht maartsveulen: Laat zich als een van de eerste vogels in de lente horen; zijn roep lijkt sterk op het hinneken van een jong paard. <<het veule kréjt>> (de groene specht roept), bedoeld wordt: er komt regen.  maars veule (Roermond) specht, groene — III-4-1