e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hak van een schoen hak: de hak (Roermond, ... ), de hak van enne schjoon (Roermond), hak (Roermond, ... ), B.v. b) Sjoon mit platte hakke. Vgl. p. 104: hiel, niet gebr., men zegt hak.  hak (Roermond) hak || hak van de schoen [N 07 (1961)] || hak van een schoen [pollevie, plevie, hiel] [N 24 (1964)] III-1-3
hakken, wieden met de hak uithakken: ūthakǝ (Roermond) Met een hak de grond tussen (rijen van) opgroeiende planten bewerken, met het doel deze luchtig te maken en van onkruid te zuiveren. [N 15, 5; JG 1a, 1b; monogr.] I-5
hakmes hakmets: hakmets (Roermond) hakmes, hiep [Roukens 03 (1937)] III-2-1
haksel haksel: hɛksǝl (Roermond) Het kortgehakte stro, op de snijbok of in de hakselmachine, werd vroeger, samen met haver, gekookt en aan de beesten gevoerd. Als het iets grover gesneden was werd het ook wel als strooisel in de potstal gebruikt. Zie ook het lemma ''bussel kort stro'' (6.1.29). Zie voor de fonetische documenatie van het woorddeel [stro] het lemma ''stro'' (6.1.24). [JG 1b, 2c; L 1, a-m; L 26, 11; S 12; Wi 51; monogr.] I-4
halen halen: hǭlǝ (Roermond) Verzamelen van nectar, stuifmeel en water door de meestal oudere werkbijen. [N 63, 41; Ge 37, 79] II-6
halen en betalen boter bij de vis: Opm. de ei (van "veis") is kort.  bótter bie de veis (Roermond) Halen en betalen wat men gekocht heeft [ik moet gaan ontvangen?] [N 21 (1963)] III-3-1
half- of stiefbroer halfbroer: halfbroor (Roermond, ... ), stiefbroer: sjteefbroor (Roermond, ... ) half- of stiefbroeder [DC 05 (1937)] III-2-2
half- of stiefzuster halfzuster: halfzustər (Roermond), halfzöster (Roermond, ... ), stiefzuster: sjteefzustər (Roermond), sjteefzöster (Roermond, ... ) half- of stiefzuster [DC 05 (1937)] III-2-2
halfhemd front: frónt (Roermond), frontje: fröntje (Roermond, ... ) halfhemd, kort overhemd of los linnen borststuk dat onder de halsopeningen van het vest wordt gedragen [frontj] [N 23 (1964)] III-1-3
halfhoge knoopschoen? laarsje: laerskes (Roermond), lèèrskes (Roermond) damesschoenen, halfhoge ~ met knopen opzij [leerskes] [N 24 (1964)] III-1-3