e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
handig handig: he:njig (Roermond), henjig (Roermond, ... ), hènjig (Roermond) goed met de handen terecht kunnend; gemakkelijk en snel iets met de handen kunnen maaken [handig, mieg, erg, snel] [N 85 (1981)] || handig III-1-4
handkar handkar: hanjtkɛr (Roermond) Tweewielige kar die men met de handen voortduwt of trekt. Deze kar heeft twee bomen en zijplanken. [N 17, 15a; N G, 51; JG 1a + 1b; A 42, 4; monogr.] I-13
handlanger oberjong: ōbǝrjoŋ (Roermond), oberknecht: ōbǝrknɛx (Roermond) Helper van de metselaar. Tot de taken van de handlanger behoren onder meer het aandragen van metselstenen en het klaarmaken van de specie. [N 30, 2a; N 30, 2b; N 30, 2c; N 30, 2d; N 30, 40b; N 30, 45a; N 31, 16b; L B 1, 104; monogr.; div.; Vld] II-9
handpalm palm: pallum (Roermond), palm (Roermond, ... ) palm van de hand [N 10 (1961)] III-1-1
handschaar blikscheer: blē.kšēr (Roermond  [(C)]  ) In het algemeen een handschaar voor het knippen van plaatmateriaal, banden, draad, etc waarmee vooral een rechte snede wordt gemaakt. Zie ook het lemma "handschaar voor boogvormige sneden". Voor zover door de informant opgegeven, wordt achter de betreffende plaatscode met behulp van een letter verwezen naar de verschillende scharen uit afb. 137. [N 33, 244; N 33, 265; N 64, 3a; N 66, 4a; monogr.] II-11
handschaar voor boogvormige sneden loodscheer: lōtšēr (Roermond  [(H)]  ), pijpscheer: p ̇īpšēr (Roermond  [(D)]  ), puntscheer: pøntjšēr (Roermond  [(B)]  ) In het algemeen een handschaar waarmee men boogvormige sneden kan maken. De bekken en de benen van dit type schaar kunnen diverse vormen hebben. Zie ook afb. 138. Voor zover door de informant opgegeven, wordt achter de betreffende plaatscode met behulp van een letter verwezen naar de verschillende scharen uit afb.138. [N 33, 265; N 64, 3a; N 66, 4a] II-11
handschoen haas: haas (Roermond), haase (Roermond, ... ), haasse (Roermond), hands: (mv)  hāsǝ (Roermond), vingerhaas: vingerhaase (Roermond) De handschoen die ter bescherming van de handen wordt aangetrokken bij het behandelen van de bijen. [N 63, 75a; monogr.] || handschoen || handschoenen, met vier vingers en een duim [vingerwante, haase, hejse] [N 23 (1964)] II-6, III-1-3
handschoen zonder vingers halfhaas: half haasse (Roermond) wanten of handschoenen die de vingers onbedekt laten [meténtjes] [N 23 (1964)] III-1-3
handspel hands (eng.): hens (Roermond, ... ) Hij heeft de bal men de hand aangeraakt, het is ... [DC 49 (1974)] III-3-2
handvat handvat: hanjtfat (Roermond) handvat III-2-1