e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
harmonisch van bouw gesloten: gǝšlǭtǝ (Roermond) Gezegd van een goed gebouwd paard, met korte, gesloten en gevulde flanken. [N 8, 64a] I-9
hars hars: hars (Roermond, ... ), LDB  hars (Roermond), WBD-WLD  hàrs (Roermond) Het kleverige plantensap vooral van naaldbomen, dat in de lucht hard wordt (hars, terpentijn, denne-olie, vogeltjeszeep). [N 82 (1981)] III-4-3
hart hart: haert (Roermond) hart [RND] III-1-1
hartelijk hartelijk: hertelik (Roermond), hertélik (Roermond), hértəlik (Roermond), vriendelijk: vrujntelik (Roermond) welgemeend, uit het hart komend [gul, hartelijk, vriendelijk] [N 87 (1981)] III-3-1
harten in het kaartspel harten: herte (Roermond), Herte is troef; herte twee, herte driej enz.  herte (Roermond) Harten: herte. || Hoe noemt u van het kaartspel de verschillende symbolen? (Het gaat om de gewone namen, niet om woorden voor "troef"enz.). - II. Harten. [DC 52 (1977)] III-3-2
hartig gezouten: Waat is die soep gezalte  gezalte (Roermond), hartelijk: hertelik (Roermond), hértəlik (Roermond) een zoutachtige, pittige smaak hebbend (hartig, hartelijk) [N 91 (1982)] || gezouten III-2-3
hartinfarct hartslag: hertsjlaag (Roermond), hartverlamming: hertverlaaming (Roermond), hertverlamming (Roermond) Hartinfarct: bloeding in de hartspier met verstopping van de kransslagader (vang, kramp, infarct, hartverlamming). [N 84 (1981)] III-1-2
haten haten: haatə (Roermond), hate (Roermond, ... ) een sterk gevoel van afkeer tegen iemand hebben, haatgevoelens voor iemand hebben [haten, dregen] [N 85 (1981)] III-3-1
haver haver: hāvǝr (Roermond) Avena sativa L. Men zaait ongeveer 200 kg haver per hectare. Zie afbeelding 1, b. [JG 1a, 1b; A 2, 31; L 35, 101; L lijst graangewassen, 3; Wi 50; monogr.; add. uit N 15, 1a] I-4
haverkist, hakselkist haverkist: [haver]kes (Roermond) De kist of bak waarin men het droge voer, tegenwoordig de haver, voor het paard bewaart. Deze kist staat meestal in de voergang in de paardestal. Vroeger werden er vooral ook haksel, soms zemelen, geplette haver, kaf of melasse in bewaard. De kist kan door een tussenwand verdeeld zijn. In het ene vak bewaart men dan meestal haver, in het andere iets anders. Soms zijn er meer dan twee vakken. Achter in het lemma staan enkele benamingen bijeen voor dit tussenschot. In het lemma wordt achter de codecijfers zoveel mogelijk met een cijfer vermeld in hoeveel delen de kist verdeeld was en wat er nog meer in bewaard werd dan de in het eerste lid van de woordtypen genoemde voedselsoort. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (haver) het lemma "haver" in aflevering I.4, nr 1.2.5 [N 5A, 59c en 72b; JG 1a en 1b; monogr.] I-6