e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heen en weer schuiven schravelen: sjravele (Roermond), wiebelen: wiebele (Roermond) Heen en weer schuiven (winaauwen, wiemelen). [N 84 (1981)] III-1-2
heer prins: Of: wi god in frangkriek.  prins inən ɛ.rpələkû.l (Roermond) heer [RND] III-3-1
heerbaan grote weg: grote waig (Roermond) een grote, brede weg (dijk, heerbaan, heerstraat) [N 90 (1982)] III-3-1
heermoes paard(s)staart: pērsštɛrt (Roermond) Equisetum arvense L. Zeer algemeen voorkomend onkruid uit de paardestaart-familie (Equisetum L.) op bouwland, grasland, tuinen en bermen met een rechtopstaande holle stengel, die geleed is en gemakkelijk uiteen te trekken. Op de grens van de afzonderlijke leden bevindt zich een krans van schubben, die de bladeren vertegenwoordigen. Deze sporenplant bloeit van april tot mei en varieert in hoogte van 10 tot 80 cm. In het algemeen bekender onder de familienaam paardestaart. L 214a: "De volksmond zegt dat onderaan de wortel van de katǝstart een gouden knøpkǝ zit." L 250: "Gedroogde blaadjes worden als medicinale thee gebruikt bij pijnlijke urinelozing." De samenstellingen met -staarts zijn verschoven vormen van staart; vergelijk het lemma Ploegstraat in aflevering I.1, blz. 62. [A 17, 5; A 49B, 4; monogr.] I-5
heerszuchtig bazig: baazig (Roermond), haaibaai: haajebaaj (Roermond) een sterke neiging tot heersen of overheersen hebbend [heerzaam, heerzuchtig] [N 85 (1981)] III-1-4
hees, schor gram: gram zeen (Roermond), hees: heis zeen (Roermond, ... ), schor: sjòr zin (Roermond) schor, schor zijn [ruigsen, hees, gees zijn] [N 10 (1961)] III-1-2
heg, haag heg: heͅk (Roermond) heg, haag III-2-1
heggenmus blauwborstje: blauwbörske (Roermond) Hoe heet de heggemusch? [DC 06 (1938)] III-4-1
heggenschaar heggenschaar: hègkesjee:r (Roermond), hègkesjeer (Roermond) heggeschaar III-2-1
heibezem heibezem: heibessem (Roermond, ... ), heijbessem (Roermond, ... ) bezem gemaakt van heitakjes (heiwasser, heibezem) [N 20 (zj)] || soort bezem III-2-1