e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heilige hostie hostie (<lat.): hostie (Roermond), ons heer: òs heer (Roermond) De H. Hostie die men ontvangt. [N 96B (1989)] || Ons Heer, als teerspijs [ózzen Herrejod]. [N 96D (1989)] III-3-3
heiligedag heiligedag: heiligedaag (Roermond) Een kerkelijke feestdag door de week die als zondag te vieren is [heiligedag, planke zondeg]. [N 96C (1989)] III-3-3
heiligen, zaligen heiligen: heilige in de hemel (Roermond) De zaligen, de heiligen in de hemel. [N 96D (1989)] III-3-3
heiligenbeeld heiligenbeeld: heilige beelde (Roermond), heiligebeeld (Roermond), heiligebeelde (Roermond), hellige beelde (Roermond) De beelden in de kerk, de kerkbeelden [beelde, bilde, fiegoere, sjtatoeë, hèlligebeelde, hilliejefijoere?]. [N 96A (1989)] || Een beeld van een heilige, gemaakt van hout, aardewerk, gips e.d. [N 96B (1989)] III-3-3
heiligenmedaille medaille (<fr.): medaalie (Roermond) Een rond of ovaalvormig lichtmetalen plaatje waarop Jezus of een heilige is afgebeeld [medalje, medallie, medallieje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
heiligenprentje heiligenprentje: heilige printje (Roermond) Een heiligenprentje, santje, ter opwekking van de devotie. [N 96B (1989)] III-3-3
heiligschenner heiligschender: heiligsjenner (Roermond) Een heiligschenner, -schender. [N 96D (1989)] III-3-3
heiligschennis heiligschennis: heiligsjennis (Roermond) Heiligschennis, heiligschending, heiligschenderij, sacrilegie. [N 96D (1989)] III-3-3
heimwee heimwee: heimweh (Roermond), heem weinig gebr.  heemwieë (Roermond) heimwee || heimwee (hebben als iemand ergens niet kan wennen en erg naar huis verlangt, zegt men: Hij heeft (veel/erg/zon) .... [DC 45 (1970)] III-1-4
heizicht, heizeis heizicht: heizicht (Roermond) Gereedschap om hei te maaien. In dit lemma zijn verwerkt de gegevens van de enqu√™tevraag naar ''de zeis om hei te maaien'' (I, 26b) en de vraag naar ''de zeis speciaal voor hei te maaien en russen te steken'' in N 18, vraag 77. Van Vessem wijst op pag. 99 ook al op het probleem dat veel informanten de zicht- en zeisbenamingen door elkaar heen gebruiken, omdat de overeenkomst tussen beide werktuigen erg groot is. Ook in dit lemma komen de zicht- en zeisbenamingen door elkaar heen voor. Men mag er niet van uitgaan dat de verschillende woordtypen steeds hetzelfde gereedschap aanduiden. Gemeenschappelijk is welde gebruiksmogelijkheid van dit gereedschap, namelijk om er hei mee te maaien. Een verschil tussen heizicht en heizeis kan zijn dat de heizicht twee handvaten heeft, terwijl de heizeis één handvat heeft. Het blad van de heizicht kan ook kleiner zijn en vooral korter dan dat van de heizeis.' [N 18, 77; I, 26b] II-4