e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
indigestie (hebben) maag van streek: van sjtreek (Roermond), ongemoed (zijn): ongemoojd (Roermond) Indigestie: storing van de spijsvertering als gevolg van overlading van de maag, te snel eten (muik, overetendheid). [N 84 (1981)] III-1-2
informeren (onoverg.) informeren: informere (Roermond), zich bevragen: zich bevraoge (Roermond) inlichtingen inwinnen over iets [zich naar iets erkondigen] [N 85 (1981)] III-1-4
ingebeelde ziekte komediant (zn.): komediant (Roermond) Ingebeelde ziekte (niebekonter, iepreponder, hype). [N 84 (1981)] III-1-2
ingelegd belegd: bǝlax (Roermond) Gezegd van een moerdop of van een cel, wanneer er door de koningin een eitje in is gelegd. [N 63, 22a; N 63, 21a; N 63, 18; Ge 37, 69] II-6
ingemaakt voedsel inmaak: Ze waar aan den inmaak ne Grote moerkas veur den inmaak  inmaak (Roermond) inmaak III-2-3
ingetogen bedaard: bedaard (Roermond), stil: sjtil (Roermond) zich onthoudend van buitensporigheden of uitspattingen, niet opzichtig [stil, bedaard, stemmig, ingetogen] [N 85 (1981)] III-1-4
ingewanden darmen: derm (Roermond, ... ), ingewanden: ingewenj (Roermond) ingewanden [N 10a (1961)] III-1-1
ingewinterd volk opzetter: opzetǝr (Roermond) Volk dat men op stal zet voor de winterperiode vanaf november tot begin maart. [N 63, 107b; N 63, 107a; monogr.] II-6
ingezaaid land vaardig: vē̜rdex (Roermond) Wat men zegt van een akker wanneer alle bewerkingen tot en met het inzaaien verricht zijn. Zie ook het lemma ''pletplank, treedplankje'' in aflevering I.2, blz. 168. Het lemma bevat bijvoeglijke naamwoorden (attributief of predicatief gebruikt: ''ingezaaid land'' en ''het land is ingezaaid''), en, achterin, enkele zelfstandige naamwoorden en zegswijzen. [N 11A, 133b; N M, 25; monogr.] I-4
ingieten (met geluid) spatteren: sjpattere (Roermond) gieten: Met een zeker geluid water ergens in gieten (patten). [N 84 (1981)] III-1-2