e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong (bn.) jeugdig: jeu:gdig (Roermond) jeugdig III-2-2
jong en kaal vogeltje kekje: t zwakste  kekske (Roermond), kweker: kweek-?  kwaiker (Roermond), vogeltje: veugelke (Roermond, ... ), mv.  veugelkes (Roermond, ... ) een vogel die nog gevoerd moet worden (kwèker) [N 83 (1981)] || vogeltje III-4-1
jong en kaal vogeltje adj. kaal: kaal (Roermond), kats: katsj (Roermond) nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)] III-4-1
jong van een dier jong: jōnk (Roermond), jònk (Roermond), ideosyncr.  jonk (Roermond), WBD/WLD  jôonk (Roermond) Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] III-4-2
jong van een rund kalf: kalf (Roermond) [N 3A, 4] I-11
jong varken bag: bak (Roermond), bax (Roermond), baggen (mv.): boqǝ (Roermond), big: bex (Roermond), (mv)  begǝ (Roermond), varkentje: vɛrkskǝ (Roermond) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge brasem bliek: blee:k (Roermond), bleik (Roermond), bliek (Roermond) bliek (vis) || De jonge brasem is zilverglanzend (bleek, bliek) [N 83 (1981)] III-4-2
jonge geit geitje: geitje (Roermond), gęi̯tjǝ (Roermond) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jonge kip jonge hen: joŋ hen (Roermond), jonge hoen: jōŋ hōn (Roermond), (mv)  joŋǝ hōndǝr (Roermond), pul: pø̜l (Roermond) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jonge koorzanger zangertje: zengerke (Roermond) Een jeugdige koorzanger, zangertje, koraaltje. [N 96B (1989)] III-3-3