e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koken (intr.) koken: kaoke (Roermond), kaokĕ (Roermond), kaokə (Roermond, ... ), koake (Roermond), koakə (Roermond), kokə (Roermond), t Water kaok t Kan niet heiter es kaoke: we moeten niet in paniek raken , we moeten niet t ergste denken De aerpele zeen tot moos gekaok Is det water gekaok De bone mótte good gaar kaoke E lóch gekaok eike Gekaokde vès Ich mót gaon kaoke: voor het middagmaal gaan zorgen  kaoke (Roermond) koken [DC 03 (1934)], [RND] III-2-3
kolblei bliek: blee:k (Roermond) blei (vis) III-4-2
kolbtoestel kolbborstel: kǫlbborstǝl (Roermond), kolbtoestel: kǫlptuštęl (Roermond) Apparaat om de honing in de raat los te maken, voordat men gaat slingeren. Het is zwaarder dan de ericaborstel, de pennen ervan zijn steviger en er wordt vlugger mee gewerkt. Ook dit toestel wordt voor gebruik verhit in warm water. [N 63, 125b; N 63, 125a; monogr.] II-6
kolder kolder: kolder (Roermond) Kolder (< lat. cholera) is een slepende, ongeneeslijke hersenaandoening, die aanleiding geeft tot stoornissen in de beweging en de bloedsomloop. De uiterlijke verschijnselen zijn: onhandelbaarheid, niet willen werken, een sufferig uiterlijk, het hoofd laag houden en de oren laten hangen, evenals een waggelende gang. Deze vorm van aandoening wordt stille kolder genoemd. Bij verergering van de ziekte wordt het paard wild, draait in het rond en slaat op hol. Dan spreekt men van razende kolder. [A 48A, 37; N 8, 90p; monogr.] I-9
kolengruis gruis: = steenkoolgruis Doot nog \'n sjöp gruus op \'t vuur  grūūs (Roermond) gruis III-2-1
komen komen: komə (Roermond) komen [RND] III-1-2
komfoor komfoor: e komfoor mit 4 pitte op e klein konfeurke móst-ver kaoke Gaaskómfoor  kó:mfoo:r (Roermond), pètrolemachine: Sjteit \'t petrolmesjien biej uch in brandj, dan zeen veer dadelik bie de handj  petro:lmesjīēn (Roermond), pètrolestel: petro:lsjtèl (Roermond) komfoor || petroleumkomfoor || petroleumstel III-2-1
komijnekaas keumenkaas: keumekees (Roermond), komijnekaas: kemienekees (Roermond), kemuuniekees (Roermond), komienekees (Roermond), Syst. Veldeke  kommijnekees (Roermond), Syst. WBD  kemienekees (Roermond) Komijnekaas (kantert, kemuuniekaas?) [N 16 (1962)] III-2-3
komisch komiek: komiek (Roermond), komisch: komisch (Roermond) lachwekkend omdat de tegenstelling tussen het gepretendeerde en het werkelijke doorzien wordt [komisch, vies] [N 85 (1981)] III-1-4
komkommer komkommer: kó:mkó:mmer (Roermond) komkommer I-7