22800 |
melden (kaartterm) |
melden:
128
melj:-t (L329p Roermond),
Ich gaon melje.
me:lje (L329p Roermond)
|
Melden: b) (kaartspel) melden. || Roemt (bij kaartspel).
III-3-2
|
22802 |
melden: roem (kaartspel) |
meld:
23
melj (L329p Roermond),
97
melj (L329p Roermond),
melj:! (L329p Roermond),
Doe höbs de melj vergaete.
melj (L329p Roermond)
|
Melj*: roem (kaartspel). || Roem (bij kaartspel). || Roem (kaartterm). || Roem!
III-3-2
|
20970 |
melig |
melig:
maelig (L329p Roermond),
mailig (L329p Roermond),
mèlig (L329p Roermond),
De paere zeen maelerig gewaore
mae:lerig (L329p Roermond),
LDB
maelig (L329p Roermond),
WBD-WLD
méélig (L329p Roermond)
|
melig || Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
34237 |
melk |
melk:
melk (L329p Roermond),
mē̜lk (L329p Roermond),
męi̯lk (L329p Roermond),
męlk (L329p Roermond),
męlǝk (L329p Roermond),
mɛlk (L329p Roermond),
mɛlǝk (L329p Roermond)
|
De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.]
I-11
|
33882 |
melk van het paard |
biestmelk:
bēsmęlǝk (L329p Roermond)
|
De biest- of paardsmelk bevat ingrediënten die het veulen tegen verscheidene ziekten weerstand geven en die er bovendien voor zorgen dat het darmpek, de taaie, donkere substantie die zich in de darmen van het pasgeboren veulen bevindt (zie het lemma ''de eerste uitwerpselen van het veulen'' (5.7)), verwijderd wordt.' [N 8, 32.6 en 57]
I-9
|
34095 |
melkaders |
melkaderen:
mɛlkǭrǝ (L329p Roermond)
|
De aders langs de buik naar de uier. [N 3A, 118a]
I-11
|
34246 |
melkafromer |
romer:
rø̜mǝr (L329p Roermond)
|
De afromer scheidt de roomlaag van de melk. Dit scheiden kan gebeuren door een grote schuimspaan of een houten lepel te gebruiken. Met een houten latje kan men room tegenhouden, terwijl de ontroomde melk door de tuit van de in schuine stand gehouden plateel of teil vloeit. Men kan de room eenvoudig met een vinger wegdoen of men kan die wegblazen. Moderner is de scheiding van room en melk met een melkmachine of centrifuge. [N 12, 57 en 58; JG 1a, 1b; A 23, 3; monogr.]
I-11
|
21288 |
melkboer |
melkboer:
mɛlkbur (L329p Roermond)
|
melkboer [RND]
III-3-1
|
24808 |
melkdistel |
tuindistel:
tōēdistel (L329p Roermond, ...
L329p Roermond)
|
melkdistel
I-7, III-4-3
|
34226 |
melken |
melken:
męlkǝ (L329p Roermond)
|
Melk uit de uiers van de koe drukken. Zie afbeelding 9. [L 38, 44; JG 1a, 1b; Wi 26; Vld.; monogr.]
I-11
|