e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
moutmolen maltmolen: maltmø̄lǝ (Roermond) De molen waarin het mout wordt fijngemaakt. De invuller uit L 325 merkt op dat het hier ging om een molen met walsen. Zie afb. 4. [N 35, 7; N 35, 15, monogr.] II-2
mouw mouw: mōēw (Roermond) mouw III-1-3
mouwen ter bescherming mouwen: muwǝ (Roermond) Soort mouwtjes al of niet met handschoen, die sommige imkers als extra bescherming dragen. [N 63, 75b] II-6
mouwschort mouwenscholk: moewe sjólk (Roermond), moewesjolk (Roermond), mouwscholk: moescholk (Roermond), moewsjolk (Roermond) schort met mouwen [N 24 (1964)] III-1-3
mug mug: mök (Roermond, ... ), mùk (Roermond), mük (Roermond) mug || steekmug [DC 18 (1950)] III-4-2
muik moutje: moetje (Roermond) mui; Hoe noemt U: (Geheime) bergplaats voor onrijp fruit (mui, ponk, bier, moele, loering, gielgoerde) [N 80 (1980)] III-2-3
muilband band: bantj (Roermond  [(mv bɛnj)]  ) Brede, ijzeren band om het uiteinde van de naaf die voorkomt dat er aarde en modder op het aseinde terechtkomt. De muilband heeft soms een rechthoekig uitgekapte opening die afgedekt wordt met een klepje. Door de opening kan men de luns uit de as trekken zodat het wiel van de as kan worden verwijderd, bijvoorbeeld wanneer de as gesmeerd moet worden. Zie ook afb. 214. [N G, 43c; N 17, 60a; JG 1a; JG 1b; Vld.; div.] II-11
muilband, bovenste band van de schoof bovenste band: bø̄vǝrstǝ [band] (Roermond) Zie de toelichting bij het lemma ''garveband'' (4.6.9). Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) band het lemma ''garveband'' (4.6.9). [N 15, 22b; monogr.; add. uit JG 1b] I-4
muilpeer muilpeer: moelpaer (Roermond), moelpair (Roermond) Slag op de kaak; muilpeer (flets, fleer, plakkaat, kek, kokarde, klamats). [N 84 (1981)] III-1-2
muiltje pantoffel zonder hakstuk: pantoefele sónger haksjtök (Roermond), slof: sjloef (Roermond), sjloefe (Roermond) muiltjes, pantoffels zonder hielstuk [N 24 (1964)] || slof III-1-3