e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
netmaag netmaag: nɛtmāx (Roermond) De tweede maag van de koe, de langwerpige maag. [N 28, 81; A 9, 11b] I-11
neus neus: naas (Roermond, ... ), nás (Roermond) neus [DC 01 (1931)] III-1-1
neus (spotnamen) gevel: gevel (Roermond), kokker: kokker (Roermond), kokkerd: kokkert (Roermond), kòòkert (Roermond), kuit: kuit (Roermond, ... ), snufferd: sjnuffert (Roermond), stomp: sjtomp (Roermond) neus, Een dikke ~ (domper, kolf, tromp, domphoren). [N 84 (1981)] || neus: spotbenamingen [snoet, snotkoker, fok, fokker, kokker, domphoren, gevel, foemp] [N 10 (1961)] III-1-1
neus van een schoen naas: naas (Roermond, ... ), punt: puntj (Roermond), timp: tump (Roermond) neus van een schoen [snoet, tip, veusjte, teut] [N 24 (1964)] III-1-3
neusgaten neusgaten: naasgaater (Roermond, ... ), naasgater (Roermond) neus: neusgaten [N 10 (1961)] III-1-1
neusklem ring: reŋk (Roermond) Klem in de neus van een stier. [N 3A, 14d] I-11
neusring naasring: nāsreŋk (Roermond), ring: reŋk (Roermond), ringnagel: reŋnāgǝl (Roermond) Ring in de neus van het varken die het wroeten moet beletten. [N 19, 26; JG 2c; mongr.] I-12
neusvleugel neusvleugel: naasfleugəl (Roermond, ... ) neusvleugel [DC 01 (1931)] III-1-1
nevelslinnen mutsje met plooienrand en kinbanden nevelskapje: nevelskepke (Roermond), nevelskepken (Roermond), Komt in de betekenis vrouwenmuts in veel Limb. en Rijnl. dialecten voor; Rh. Wtb. vermeldt ook de vorm Ivelskap(pe). Zie ook afb. p. 195.  nevelskepke (Roermond), Vero.  nevelskepke (Roermond) a) kinderslaapmuts || b) neepjesmuts || mutsje, nevelslinnen ~ met een plooienrand en kinbanden {afb} [nevelskepke, - kap, ievelskepke] [N 25 (1964)] III-1-3
nicht nicht: nich (Roermond, ... ), neen  nich (Roermond, ... ) nicht || nicht; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van nichten (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achternichten?) [DC 05 (1937)] III-2-2