e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nier nier: neer (Roermond, ... ) nier [N 10 (1961)] III-1-1
niet bevrucht gust: gø̜st (Roermond) Niet bevrucht bij dekking, gezegd van de koe. [N C, 19; N C, 18] I-11
niet gedijen armoedig uitzien: WBD-WLD  èrmeujig ōētzeen (Roermond), miserabel uitzien: WBD-WLD  mīēsərààbəl ōētzeen (Roermond), niet aarden: neet aarde (Roermond, ... ), LDB  neet aarde (Roermond) Niet goed groeien, gezegd van planten (niet tieren, niet aarden). [N 82 (1981)] III-4-3
niet gunnen niet gunnen: zie waerd neet gegund (Roermond), ophouden: opgehaaje (Roermond), opgehaje (Roermond) ze wordt niet gegund, i.v.m. de openbare verkoping van b.v. een boerderij [de boerderij is opgehouden?] [N 21 (1963)] III-3-1
niet helder van geest simpel: sumpəl (Roermond), verdutseld: verdutzeld (Roermond) niet helder van geest, zwak van geest [dutselachtig] [N 85 (1981)] III-1-4
niet passen niet passen: neet passe (Roermond), niet staan: neet sjtaon (Roermond) niet passen, gezegd van kledingstukken [pronsen, bolderen] [N 86 (1981)] III-1-3
niet zindelijk niet proper: neet pròper (Roermond), nog niet proper: nog neet praoper (Roermond), nog neet praopər zeen (Roermond) onzindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften niet beheersend; onzindelijk, gezegd van kinderen [N 86 (1981)] III-2-2
nietsnut klootzak: kloo:tzak (Roermond), lapzwans: lapsjwans (Roermond), leegloper: léégloopər (Roermond), louwman: louwman (Roermond), niksnut: nieksnut (Roermond, ... ), niksnutter: niksnötter (Roermond) een persoon die tot niets deugt [leep, nietsnut, nietsnutter, nietsnutterik] [N 85 (1981)] || iemand die niets doet [druil, plod, patrak, loefer] [N 85 (1981)] || luiaard, nietsnut || nieksnut || nietswaardige kerel, nietsnut || nietswaardige vent, nul, sul III-1-4
nieuwe maan nieuw licht: nuuj leech (Roermond, ... ), nieuwe maan: nieuwe maan (Roermond), nuuj maon (Roermond), nŭŭj maon (Roermond), nŭŭje maon (Roermond) schijngestalte van de maan: nieuwe maan [donkere maan] [N 81 (1980)] III-4-4
nieuwjaar nieuwjaar: nuu:jjao:r (Roermond), nuujaor (Roermond), nuujjaor (Roermond), nəjao:r (Roermond) 1 januari, de eerste dag van het nieuwe jaar [ni-jjaor]. [N 96C (1989)] || Nieuwjaar: nieuwjaar. || Oudejaarsdag. [N 06 (1960)] III-3-2