e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onweersbui donderbui: donderbui (Roermond), donderschuil: dòndersjoel (Roermond), hommelschuil: hommelschoel (Roermond), hómmelsjoel (Roermond) onweersbui met veel regen en wind [schoer, donderschoer] [N 22 (1963)] III-4-4
onweerx onweer: onwaer (Roermond, ... ), onweer (Roermond), ónwae:r (Roermond), ónwéér (Roermond), zwaar weer: zjwaor waer (Roermond) onweer [N 22 (1963)] III-4-4
onwel in de lappenmand: in de lappemanj (Roermond), misselijk: misselijk (Roermond), niet goed: neet good veule (Roermond), niet lekker: neet lekker (Roermond, ... ) Onwel: zich niet gezond voelend (erg, onwel, onlustig, niet prut, kadies, dings). [N 84 (1981)] || Zich niet lekker voelen (spijten, kruchen, in de lappenmand zijn). [N 84 (1981)] III-1-2
onwennig (voelen) ongemoeid: (zig) ongemoojt (veulə) (Roermond), vreemd: vraemp (Roermond) nog niet op zijn gemak zijn in een nieuwe toestand [N 85 (1981)] III-1-4
onze-lieve-heer onze-lieve-heer: oze leeve heer (Roermond) Onze Lieve Heer [slievenheer]. [N 96D (1989)] III-3-3
onze-lieve-vrouw onze-lieve-vrouw: os leefvrouw (Roermond) Onze Lieve Vrouw [Lie(f)vrouw, Sliefvrouw]. [N 96D (1989)] III-3-3
onzedigheid onzedigheid: onzedigheid (Roermond) Onzedig, onzedigheid. [N 96D (1989)] III-3-3
onzevader onzevader: onze vader (Roermond), paternoster: pater noster (Roermond) Het door de priester gezongen Pater Noster, het Onze Vader. [N 96B (1989)] || Het gebed "Onze Vader", "Pater noster"[Vadder-óns, Vadder-ónzer, noster]. [N 96B (1989)] III-3-3
ooft gedroogde appelen: gedreugde appĕle (Roermond), gedroogde peren: gedreugde paere (Roermond), ooft: ōaf (Roermond), gedroogde appel  ōͅf (Roermond), ooften: aofte (Roermond, ... ) ooft [Willems (1885)] || ooft; Hoe noemt U: Appelen of peren, in schijven gedroogd (in de oven) [N 80 (1980)] III-2-3
ooftvlaai ooftenvlaai: aoftevlaai (Roermond), aoftevlaaj (Roermond), aufteflaaj (Roermond), oaftenflaaj (Roermond), snitselenvlaai: Syst. WBD  sjnitseleflaaj (Roermond) Vla met moes van gedroogde appelen (euftevlaoj, zwarte vla?) [N 16 (1962)] III-2-3