e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pacht? huur: huur (Roermond), pacht: de pacht (Roermond), pacht (Roermond), pech (Roermond) pacht, het bedrag dat men jaarlijks betaalt, b.v. voor een bank in de kerk [de paacht?] [N 21 (1963)] III-3-1
pachtboer pachter: paxtǝr (Roermond) Halfer e.d. vanwege de helft, die de pachter van de oogst kon behouden. [S 27; Wi 2; monogr.; add. uit A 10, 2bI] I-6
pachten pachten: pechte (Roermond, ... ), pechten (Roermond) pachten [werkwoord] [paachte?] [N 21 (1963)] III-3-1
pachtersvrouw pachterse: pęxtǝrsǝ (Roermond) [S 27, Wi 2; monogr.] I-6
pad kroddel: króddel (Roermond), pad: pad (Roermond, ... ) pad [DC 07 (1939)] III-4-2
pad, paadje pad, paadje: paidje (Roermond), weg, weggetje: waegske (Roermond) een weggetje gemaakt door de voetstappen van mensen of dieren (zandbaan, pad, weg, weggel, wegeling) [N 90 (1982)] III-3-1
paddestoel (alg.) champignon: eetbaar  šampinjoŋ (Roermond), paddestoel: paddesjtoo:l (Roermond), jongeren  padəštu̞.əl (Roermond), zwam: zjwam (Roermond), zwam  šwam (Roermond) paddestoel [RND] || zwam III-4-3
pafferig dik, opgeblazen van lijf opgeblazen (dik): opgeblaoze (Roermond), opgebloaze (Roermond), opgespoest (dik): opgesjpoesd zeen (Roermond), opgesjpōēs (Roermond), pafferig (dik): pafferig (Roermond, ... ), pafferig diek (Roermond), pampus: eine pampus (Roermond), papperig (dik): papperig diek (Roermond), pof dik: poef diek (Roermond, ... ) dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] || opgeblazen van lijf [poesterig] [N 10 (1961)] III-1-1
paillette git: gitte (Roermond), glitter: glitter (Roermond), paillette (fr.): pajéttə (Roermond) een plaatje of reepje gouden of zilveren folie, tot versiering van kledingstukken [pailetten, gitten] [N 86 (1981)] III-1-3
pak slaag pak slaag: pak sjlaeg (Roermond), pak sjlaig (Roermond), rammel: rammel (Roermond) Pak slaag (tek, travans, streep, smeer, batter, roefel, kiffel, pek). [N 84 (1981)] III-1-2