e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pronkveer op een hoed pronkveer: prónkvaer (Roermond), prónkvéér (Roermond), veer: vér (Roermond) pronkveer op een hoed [N 25 (1964)] III-1-3
proosten klinken: klinke (Roermond, ... ), klinkə (Roermond), proosten: prooste (Roermond), proosten (Roermond) proosten; Hoe noemt U: De glazen tegen elkaar aanstoten als teken dat men elkaar veel goeds toewenst (knutsen, klinken, proosten) [N 80 (1980)] III-2-3
prop prop: prop (Roermond), próp (Roermond) een bal van samendrukbaar materiaal, bijv. papier [dompel, bol, prop] [N 91 (1982)] III-3-1
propolis kit: ket (Roermond) Harsachtige stof waarmee de werkbijen alle openingen en naden van hun woning dichtkitten tegen tocht, kou en waterdamp. De propolis wordt ook gebruikt om te effenen en raten te versterken. De werksters halen deze stof uit bloemknoppen en harsdruppels van naaldbomen. Zelfs verf, teer of asfalt kunnen er de grondstof voor zijn. [N 63, 53a, N 63, 53b; Ge 37, 141; monogr.] II-6
proppenschieter blaaspijp: /  blaospiep (Roermond), klapbus: klapbèùs (Roermond), klaptoet: klaptoet (Roermond), propjesschieter: /  pröpkessjeter (Roermond, ... ), proppenschieter: proppesjeeter (Roermond, ... ), pròppesjeeter (Roermond), próppesjeeter (Roermond) Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] || propjesschieter [SND (2006)] III-3-2
prostituée hoer: hoor (Roermond, ... ), slet: sjlét (Roermond) prostituée, publieke vrouw [hoer, lichtvink, deerne, blaar] [N 86 (1981)] III-2-2
provisiekast, etenskast spinde: sjpin (Roermond), sjpinde (Roermond), voorraadkast: vø&#x0304rrōͅtkas (Roermond) afgeschoten vensterloze ruimte (om etenswaren te bewaren) || voorraad- of provisiekast [N 05A (1964)] III-2-1
pruik pruik: pruuk (Roermond, ... ), prūūk (Roermond) kunstmatig vervaardigde haarbedekking, valse haardos [kalot, pruik] [N 86 (1981)] || pruik III-1-3
pruilmond hanglip: hanglip (Roermond), pruillip: pruullip (Roermond), pruimenmuiltje: proememuulke (Roermond) een mond die men trekt als men pruilt [zie vr.199] [pruilmond, troesmond] [N 85 (1981)] || pruillip III-1-4
pruim kriek: wilde pruim  kreek (Roermond), pruim: proem (Roermond, ... ), prōē:m (Roermond) pruim I-7