18190 |
pronkveer op een hoed |
pronkveer:
prónkvaer (L329p Roermond),
prónkvéér (L329p Roermond),
veer:
vér (L329p Roermond)
|
pronkveer op een hoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20506 |
proosten |
klinken:
klinke (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
klinkə (L329p Roermond),
proosten:
prooste (L329p Roermond),
proosten (L329p Roermond)
|
proosten; Hoe noemt U: De glazen tegen elkaar aanstoten als teken dat men elkaar veel goeds toewenst (knutsen, klinken, proosten) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21698 |
prop |
prop:
prop (L329p Roermond),
próp (L329p Roermond)
|
een bal van samendrukbaar materiaal, bijv. papier [dompel, bol, prop] [N 91 (1982)]
III-3-1
|
28551 |
propolis |
kit:
ket (L329p Roermond)
|
Harsachtige stof waarmee de werkbijen alle openingen en naden van hun woning dichtkitten tegen tocht, kou en waterdamp. De propolis wordt ook gebruikt om te effenen en raten te versterken. De werksters halen deze stof uit bloemknoppen en harsdruppels van naaldbomen. Zelfs verf, teer of asfalt kunnen er de grondstof voor zijn. [N 63, 53a, N 63, 53b; Ge 37, 141; monogr.]
II-6
|
22310 |
proppenschieter |
blaaspijp:
/
blaospiep (L329p Roermond),
klapbus:
klapbèùs (L329p Roermond),
klaptoet:
klaptoet (L329p Roermond),
propjesschieter:
/
pröpkessjeter (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
proppenschieter:
proppesjeeter (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
pròppesjeeter (L329p Roermond),
próppesjeeter (L329p Roermond)
|
Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] || propjesschieter [SND (2006)]
III-3-2
|
20456 |
prostituée |
hoer:
hoor (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond),
slet:
sjlét (L329p Roermond)
|
prostituée, publieke vrouw [hoer, lichtvink, deerne, blaar] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
19676 |
provisiekast, etenskast |
spinde:
sjpin (L329p Roermond),
sjpinde (L329p Roermond),
voorraadkast:
vø̄rrōͅtkas (L329p Roermond)
|
afgeschoten vensterloze ruimte (om etenswaren te bewaren) || voorraad- of provisiekast [N 05A (1964)]
III-2-1
|
18403 |
pruik |
pruik:
pruuk (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond),
prūūk (L329p Roermond)
|
kunstmatig vervaardigde haarbedekking, valse haardos [kalot, pruik] [N 86 (1981)] || pruik
III-1-3
|
18985 |
pruilmond |
hanglip:
hanglip (L329p Roermond),
pruillip:
pruullip (L329p Roermond),
pruimenmuiltje:
proememuulke (L329p Roermond)
|
een mond die men trekt als men pruilt [zie vr.199] [pruilmond, troesmond] [N 85 (1981)] || pruillip
III-1-4
|
20911 |
pruim |
kriek:
wilde pruim
kreek (L329p Roermond),
pruim:
proem (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L329p Roermond),
prōē:m (L329p Roermond)
|
pruim
I-7
|