e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raten inkorten terugsnijden: trø̜xšni-jǝ (Roermond) Het opsnoeien van de raten door de imker bij korfteelt. Een drietal keren op verschillende tijden in het jaar moet dit korten van de raten gebeuren om het volk te beteugelen en het zwermen te verhinderen. [N 63, 80a] II-6
rauw kweert: gezegd van brood  kweert (Roermond), rauw: roew (Roermond, ... ), roewe (Roermond), roəwə (Roermond), rôê (Roermond) niet gaar || rauw; Hoe noemt U: Rauw, niet gekookt (groen, rauw) [N 80 (1980)] III-2-3
ravotten busselen: bössəle (Roermond), kuiten: kuite (Roermond, ... ), rulsen: 14, 66  rölse (Roermond), De die kienjer neet meug waere van det rölse; neet zo in de sjteul rölse!  rölse (Roermond), schurgen: 66  šörgə (Roermond), Kienjer, sjeit oet mit det sjörge, ger verranneweert eur kleijer.  sjörge (Roermond), stoeien: sjtoeje (Roermond) Bössele*: stoeien, voortdurend bezig zijn met kinderen. || Rölse*: stoeien, buitelen, heen en weer schuiven. || Sjörge*: a) stoeien. || Stoeien, zich rondwentelen. || Stoeien. || Voor de grap met elkaar worstelen, ravotten, gezegd van kinderen [riepen, riepzakken, raggen, balkuinen, stoeien]. [N 88 (1982)] III-3-2
razen en tieren razen: raoze (Roermond), raozə (Roermond), schelden: sjelje (Roermond), tekeergaan: təkeergaon (Roermond), torneren: cf. WNT XVII-1, kol. 1547, s.v. "tornieren - torneeren"2. (Gew.) a. Razen, tieren  to:rne:re (Roermond) luidruchtig uiting geven aan woede [razen, tieren, tekeergaan, tobben] [N 85 (1981)] || razen, tieren III-1-4
razend van woede razend: raozend (Roermond, ... ), raozənt (Roermond), wie-der det zag, woor ich raozend  rao:zend (Roermond) razend || razend van woede, zeer woedend [dol, dul] [N 85 (1981)] III-1-4
recht vooruitstoten met de armen stuiken: sjtoeke (Roermond), sjtuke (Roermond) stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)] III-1-2
rechte, vormeloze benen kromme benen: *  króm bein (Roermond), mokbenen: mokbein (Roermond), stokken: stekker (Roermond), stokkenpaardbenen: stekkepèèrdbein (Roermond), x-benen: *  x-bein (Roermond) benen: rechte, vormloze benen [mok-, motbeene] [N 10 (1961)] III-1-1
rechterkant van het paard vallemekant: valǝmǝkantj (Roermond) Tegenovergestelde kant van de plaats waar de voerman gaat. [N 8, 9 en 10] I-9
rechtop recht staand: rechsjtaond (Roermond) rechtopstaand, recht omhoog staand [fiks] [N 91 (1982)] III-4-4
rechtsachter rechtsbuiten: rechsboehte (Roermond) Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)] III-3-2