e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rechtse schaar rechtse scheer: rɛxsǝ šēr (Roermond) In het algemeen een schaar die door de stand van bekken en benen geschikt is voor het gebruik in de rechterhand. [N 64, 3b; N 66, 4b] II-11
rechtspreken rechtspreken: rechsjpraike (Roermond), voorkomen: veurkomə (Roermond) rechtspreken [rechten] [N 90 (1982)] III-3-1
rechtstaande oren fikoortjes: fikeurkes (Roermond), flaporen: flapore (Roermond), konijnsoren: *  kniensoren (Roermond), uitstaande oren: ōētsjtaonde oore (Roermond) oor: rechtstaande oren [fikoorkes] [N 10 (1961)] III-1-1
rechtsvoor rechtsbinnen: rechsbinne (Roermond), rechtsbuiten: rechtsboete (Roermond) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
rechtvaardig achterhouden: àgtərhaajə (Roermond), rechtvaardig: rechvae:rdig (Roermond), rechvaerdig (Roermond), rechvairdig (Roermond) handelend naar recht en billijkheid, rechtvaardig [gerecht, gerechtig] [N 85 (1981)] || rechtvaardig III-1-4
rector rector (lat.): rector (Roermond) Een rector, de geestelijk leider van een klooster of gesticht. [N 96D (1989)] III-3-3
redcel redcel: redcel (Roermond) Gewone werkbijcel die ontwikkeld wordt tot koninginnecel of moerdop, als het bijenvolk moerloos is geworden of dreigt te worden. Deze redcel of nooddop wordt midden op de raat gebouwd. [N 63, 26b; Ge 37, 50] II-6
redeneren redeneren: riddene:re (Roermond) redeneren III-1-4
redingote? redingote (fr.): demi-jas  reddingot (Roermond) riddingot, in de betekenis van kostuum(onderdeel); betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] III-1-3
reeks, rij rij: riej (Roermond, ... ), rijf: rief (Roermond) een rij van geregeld naast elkaar geplaatste dingen [resem, reeks] [N 91 (1982)] III-4-4