e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rijshout, bonenstaak rijs: rīēs (Roermond) rijs(hout) I-7
rijst rijst: Ries wès allein in de werm lenj ne zak mit ries Vandaag aete-ver ries mit krinte  rīēs (Roermond) rijst III-2-3
rijstebrij rijst: Syst. Veldeke  ries (Roermond), rijstepap: riestepap (Roermond, ... ), Syst. WBD  riestepap (Roermond), rijstpap: riestpap (Roermond) Rijstebrij (pötjesbulling?) [N 16 (1962)] || rijstepap || rijstpap III-2-3
rijstevlaai rijstevlaai: riesteflaaj (Roermond, ... ), riestevlaai (Roermond), riestevlaaj (Roermond), Syst. Veldeke  riesteflaaj (Roermond), Syst. WBD  riesteflaaj (Roermond) rijstevlaai || rijstvla || Vla bedekt met spijs van rijst [N 16 (1962)] III-2-3
rijzen rijzen: Wordt alleen gezegd van deeg Den deig is neet genóg gereze; het gewone woord is echter opgaon  rīēze (Roermond) rijzen III-2-3
rijzen, uit de aren vallen rijzen: rizǝ (Roermond) Het uit de aren vallen van de graankorrels, wanneer het graan goed droog is en op de wagen getast wordt. ''tasser op de wagen'' (5.1.5). In L 286 en 288 voegt men toe dat dergelijk koren rijskoren (riskōrǝ) wordt genoemd. De laatste drie uitdrukkingen betekenen zoveel als: "het koren is zo droog dat de korrels uit de aren vallen". Naar de fonetische verschijningsvorm zouden de uitdrukkingen (het is) rijs echter ook persoonsvormen van het werkwoord rijzen kunnen zijn.' [N 15, 53; JG 1a, 1b, 2c; L 32, 41; monogr.] I-4
rikken (kaartspel) rikken: rikke (Roermond, ... ) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
rimpelen, fronsen rimmen: rømǝ (Roermond) Al plooiend rijgen. Rimpelen is het uitrekken van een hoeveelheid stof tot een vooraf bepaalde kortere lengte, langs één of meer stiklijnen, waarbij de ruimte wordt verdeeld in gelijke, soepele plooitjes (Het Beste Naaiboek, pag. 178). Bij fronsen wordt de ruimte over een bredere afstand verdeeld dan bij rimpelen. Zie afb. 46. [N 59, 53; N 62, 12a; N 62, 30; Gi 1.IV, 34; MW; monogr.] II-7
rimpels rimpels: rimpels, rimpel (Roermond), rumpels, rumpel (Roermond) Hoe noemt men de plooien in de huid van een mens ? Bedoelt worden vooral de plooien in het voorhoofd. Wat is hiervan het enkelvoud ? [DC 18 (1950)] III-1-1
ring ring: ene Ringk-S-S (Roermond), rink (Roermond) ring [GTP] III-1-3