| 17841 |
snurken |
snurken:
sjnorke (L329p Roermond),
sjnöreke (L329p Roermond),
snorke (L329p Roermond),
snurke (L329p Roermond)
|
snurken [snorke, ronke] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
| 18971 |
sober |
sober:
sober (L329p Roermond),
soobər (L329p Roermond),
zuinig:
zunig (L329p Roermond)
|
afkerig van overdaad of overmaat [sefiel, sober] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 19736 |
soda |
soda:
sōdā (L329p Roermond)
|
de witte stof, die door kruideniers en drogisten wordt verkocht in poedervorm en die gebruikt wordt om de was uit te koken, om hard water zacht te maken en in een bad waarvan men b.v. een zwerende vinger onderdompelt? (soda) [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
| 20664 |
soep |
potage:
potaage: zeer oud woord voor soep.
potaage (L329p Roermond),
soep:
soep (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L329p Roermond),
nen Tejjer soep n Dieke soep Det waar e lekker suupke
soep (L329p Roermond),
Syst. Veldeke Het is mij meerdere malen opgevallen dat er door geboren Roermondenaren ook gesproken wordt van sóp en van soeker - inplaats van sókker - suiker
soep (L329p Roermond),
Syst. WBD
soep (L329p Roermond)
|
soep || Soep, heel in het algemeen [N 16 (1962)] || Wat verstaat u onder: potaage, petazzie (soep, gekookte groente of stamppot?) a.u.b. ook de uitspraak aangeven [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 20756 |
soep van ingewanden |
nierensoep:
Syst. WBD Soep van nieren.
neeresoep (L329p Roermond),
treksoep:
treksoep (L329p Roermond)
|
Soep van ingewanden, hart, nieren e.d. (tripsoep?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 20883 |
soepgroente |
soepgroente:
soepgreunte (L329p Roermond, ...
L329p Roermond)
|
soepgroente
III-2-3
|
| 19513 |
soepketel, waterketel |
marmiet:
marmiet (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
grotere koperen waterketel
marmiet (L329p Roermond),
soepketel:
soepkaetel (L329p Roermond),
soepkéétel (L329p Roermond)
|
berremiet/ marmiet, in de betekenis van koperen waterketel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || ketel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || soepketel
III-2-1
|
| 19518 |
soepketeltje |
henkelmann (d.):
deze pannetjes komen niet veel meer voor, ze worden antiek
inkelman (L329p Roermond),
ketel:
kéétel (L329p Roermond)
|
keteltje van blik waarin men melk, soep e.d. naar de arbeiders in het veld brengt (perdons) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 20882 |
soepkip |
soepkip:
supkep (L329p Roermond)
|
kip in water gekookt [N 37 (1971)]
III-2-3
|
| 19521 |
soepterrine |
soepkellen:
soepkelle (L329p Roermond),
soepterrine:
soeptrie-n (L329p Roermond),
soeptrien (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
sŏĕptrie:n (L329p Roermond)
|
soepterrine [N 20 (zj)] || terrine
III-2-1
|