21820 |
binnensmonds praten |
mompelen:
mōmpələ (L329p Roermond),
murmelen:
murmele (L329p Roermond),
prevelen:
prevele (L329p Roermond)
|
binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18225 |
binnenstebuiten |
krangs:
krangs (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L329p Roermond)
|
binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)] || verkeerd, binnenste buiten
III-1-3
|
18529 |
binnenzak |
binnentas:
binnetes (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L329p Roermond),
binnetès (L329p Roermond)
|
binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
22689 |
bioscoop |
bioscoop:
bie:jeskoo:p (L329p Roermond),
bijoͅskōp (L329p Roermond),
bioscoop (L329p Roermond)
|
Bioscoop: bioscoop. || Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24075 |
bisdom |
bisdom:
bisdom (L329p Roermond)
|
Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24074 |
bisschop |
bisschop:
busjop (L329p Roermond)
|
Een bisschop [busschop, biskop, bissjep]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
33936 |
bit |
gebit:
gebēt (L329p Roermond)
|
IJzeren mondstuk aan het hoofdstel dat men een paard in de mond, boven de onderkaak legt, en waaraan de teugels bevestigd zijn. De meeste bitten bestaan uit een rechte stang, sommige hebben een beugel in het midden om te voorkomen dat het paard zijn tong op de stang legt. Voor enkele plaatsen (L 270, Q 75, 94, 169, 174 en179) wordt gemeld dat de opgegeven term ook ter aanduiding van het wolfsgebit gebruikt wordt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 19, 38b, 41; L 35, 45b; monogr.]
I-10
|
33938 |
bitringen |
ringen:
reŋǝ (L329p Roermond)
|
De beide ringen aan het einde van de bitstang. [N 13, 44]
I-10
|
19352 |
bits |
frech (du.):
vrèg (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
scherp:
sjerp (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
snauwen:
sjnauwə (L329p Roermond)
|
vinnig, onvriendelijk in manier van spreken [bits, scherp, bars, mondig] [N 87 (1981)], [N 87 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|
33937 |
bitstang |
gebit:
gǝbēt (L329p Roermond)
|
De ijzeren stang van het bit dat het paard in zijn mond heeft. De benaming voor dit onderdeel is vaak hetzelfde als die voor het bit in zijn geheel. [N 13, 42]
I-10
|