e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

Gevonden: 6145
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
binnensmonds praten mompelen: mōmpələ (Roermond), murmelen: murmele (Roermond), prevelen: prevele (Roermond) binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)] III-3-1
binnenstebuiten krangs: krangs (Roermond, ... ) binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)] || verkeerd, binnenste buiten III-1-3
binnenzak binnentas: binnetes (Roermond, ... ), binnetès (Roermond) binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)] III-1-3
bioscoop bioscoop: bie:jeskoo:p (Roermond), bijoͅskōp (Roermond), bioscoop (Roermond) Bioscoop: bioscoop. || Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)] III-3-2
bisdom bisdom: bisdom (Roermond) Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)] III-3-3
bisschop bisschop: busjop (Roermond) Een bisschop [busschop, biskop, bissjep]. [N 96D (1989)] III-3-3
bit gebit: gebēt (Roermond) IJzeren mondstuk aan het hoofdstel dat men een paard in de mond, boven de onderkaak legt, en waaraan de teugels bevestigd zijn. De meeste bitten bestaan uit een rechte stang, sommige hebben een beugel in het midden om te voorkomen dat het paard zijn tong op de stang legt. Voor enkele plaatsen (L 270, Q 75, 94, 169, 174 en179) wordt gemeld dat de opgegeven term ook ter aanduiding van het wolfsgebit gebruikt wordt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 19, 38b, 41; L 35, 45b; monogr.] I-10
bitringen ringen: reŋǝ (Roermond) De beide ringen aan het einde van de bitstang. [N 13, 44] I-10
bits frech (du.): vrèg (Roermond, ... ), scherp: sjerp (Roermond, ... ), snauwen: sjnauwə (Roermond) vinnig, onvriendelijk in manier van spreken [bits, scherp, bars, mondig] [N 87 (1981)], [N 87 (1981)] III-1-4, III-3-1
bitstang gebit: gǝbēt (Roermond) De ijzeren stang van het bit dat het paard in zijn mond heeft. De benaming voor dit onderdeel is vaak hetzelfde als die voor het bit in zijn geheel. [N 13, 42] I-10