e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tochtig rits: rēts (Roermond, ... ), springig: šprɛnex (Roermond), šprɛŋex (Roermond) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de geit. [N 19, 70b; N 77, 95; JG 1b; N C, 4c; S 52, L 378 add.; monogr.] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de koe. [N 3A, 29; N C, 4a; JG 1a, 1b; Gwn V, 3; monogr.; add. uit N 3A, 21; N 3A, 9b] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 70a; N C, 4b; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-11, I-12
toegangsprijs entree (<fr.): entree (Roermond), ántree (Roermond), prijs: pries (Roermond) de prijs die men moet betalen om ergens binnen te komen [entree, inkom, inkomgeld, inkomprijs] [N 89 (1982)] III-3-1
toekruid, algemeen gekruid: LDB  gekruuje (Roermond), kruid: kruuje (Roermond, ... ), WBD-WLD  krūūjə (Roermond) De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)] I-7
toepen (kaartspel) toepen: toepe (Roermond, ... ) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
toeslag opgeld: opgeldj (Roermond), provisie (<fr.): Hae haet zie traktement en 10% proviziej.  pro:vīēzie:j (Roermond), toeslag: toesjlaag (Roermond, ... ) het geld wat men voor kosten boven de koopprijs moet betalen op een veiling [onraad, ongeld, kavelgeld, herengeld, beugelgeld, toeslag] [N 89 (1982)] || provisie III-3-1
toestemming goedkeuring: goodkeuring (Roermond), toestemming: toesjtumming (Roermond, ... ) goedkeuring om iets te mogen doen [toestemming, konsent] [N 85 (1981)] III-1-4
toilet huisje: huuske (Roermond), hyskə (Roermond), kakstoel: kaksjtool (Roermond), plee: niet gebruikelijk het oude woord is huuske thans twallet  plee (Roermond), schijthuis: \'t sjiethoes waar boete achter \'t hoes Waat is dae Wulm e sjiethoes In de betekenis plee was vroeger het gewone woord huuske  sjīēthōēs (Roermond), toilet: twallet (Roermond), w.c.: bestekamer niet gebruikelijk woord  W.C. (Roermond) schijthuis || toilet || w.c. || wc || wc, toilet [N 05A (1964)] III-2-1
tolboom barrier (<fr.): breer (Roermond, ... ), brēēr (Roermond) de boom waarmee de weg kan worden afgesloten op de plaats waar men tol moet betalen [barrier, brier] [N 90 (1982)] III-3-1
tolgaarder brugwachter: brökwagtər (Roermond), commies (<fr.): Van Dale: commies (kommies) (&lt;Fr.), 3. (vooral in de vorm kommies) tolbeamte, ambtenaar die werkzaam is bij de (buiten)dienst van de accijnzen en invoerbelastingen en die te waken heeft tegen overtreding daarvan.  kommies (Roermond) de beambte die tol [bijv. bij een brug] in ontvangst moet nemen [brierman, commies, tolbaas, tolgaarder] [N 90 (1982)] III-3-1
tollen draaien: dreije (Roermond, ... ) Tollen: draaien als een tol (trijzelen, bollen). [N 84 (1981)] III-1-2