e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitgeteld zijn voldragen zijn: (de koe is) vǫldrāgǝ (Roermond) De koe staat op het punt te gaan kalven. [N 3A, 43] I-11
uitgieten schenken: sjinkə (Roermond), schudden: sjudde (Roermond), uitschudden: oetsjödde (Roermond) een vloeistof al gietende doen vloeien uit een kan, fles etc. [storten, plassen, klassen, schenken, uitgieten] [N 91 (1982)] III-4-4
uitglijden uitglijden: oetglieje (Roermond), uitlitsen: oetlitse (Roermond, ... ), uitschampen: oetsjampe (Roermond), uitschuiveren: oetsjievere (Roermond), uitslidderen: oetschliddere (Roermond) uitglijden [ötschampe, uitslibbere, uitschuive] [N 10 (1961)] III-1-2
uitgloeien uitgloeien: ̇ūt˲glø̜jǝ (Roermond) Een bewerking die door de koperslager wordt uitgevoerd tussen de koude bewerkingen van het metaal met behulp van de diverse hamers en ander gereedschap. Bij het uitgloeien wordt het koper verhit om het weer zijn oorspronkelijke zachtheid en smeedbaarheid terug te geven. [N 66, 29] II-11
uithoren uithoren: oetheure (Roermond, ... ), oetheurə (Roermond) door vragen van iemand proberen te weten te komen wat hij voelt, uithoren [horken, funteren, tintelen, uithoren, uithorken] [N 87 (1981)] III-3-1
uitleg uitleg: oetlig (Roermond), oetlik (Roermond) het verklaren, uitleggen [uitleg, bedied, bedietsel] [N 85 (1981)] III-3-1
uitleggen uitleggen: oet lègke (Roermond), oetligge (Roermond), oetliggə (Roermond), oetligke (Roermond) duidelijk maken, uitleggen [uitduiden, uitbeduiden] [N 85 (1981)] || het verklaren, uitleggen [uitleg, bedied, bedietsel] [N 85 (1981)] III-3-1
uitmaken wie mag beginnen kavelen: kavele (Roermond) Kavelen: steentjes, knopen of centen van een afstand zo dicht mogelijk bij een muur of een in het zand getrokken streep gooien om op die manier uit te maken wie in een spel mag beginnen. III-3-2
uitneembaar frontje befje: befke (Roermond), frontje: fruntje (Roermond, ... ), fróntje (Roermond), gimpje: WNT: gimp, 1) Eene soort van passement: draad met gekleurde zijde omsponnen.  gaimke (Roermond) front || frontje, uitneembaar ~ in de hals van een jurk [vestje, plastron] [N 24 (1964)] III-1-3
uitnodigen noden: neuje (Roermond), uitnodigen: oetneudigə (Roermond), verzoeken: verzeuke (Roermond) iemand verzoeken bij iemand op bezoek te komen, een feest bij te wonen etc. [verzoeken, noden, bidden, uitnoden, kwelen] [N 87 (1981)] III-3-1