20304 |
verwend kindje |
verwend jong:
verwind jongk (L329p Roermond),
verwende aap:
vərwində aap (L329p Roermond),
verwende poet:
cf. WNT s.v. "poet (II)"4) "Gebezigd met betrekking tot een klein kind.......
verwinde poet (L329p Roermond)
|
een bedorven, door en door verwend kind [babaard, babbe, kinnebaba] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
21795 |
verwensen |
verwensen:
verwinse (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
vərwinsə (L329p Roermond)
|
iemand kwaad toewensen [wensen, verdijen, verwensen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
23179 |
verwoed kaarter |
kaartmoer:
kaartmoo:r (L329p Roermond)
|
Verwoed kaartspeler.
III-3-2
|
28483 |
verzegeld broed |
gesloten broed:
gǝšlǭtǝ brut (L329p Roermond)
|
Gesloten broed. Het stadium van het broed waarbij de larf volgroeid is. De cel wordt door de werkbijen afgedekt met zegelwas. De larf kan zich gaan verpoppen. [N 63, 25b; N 63, 20a; N 63, 23d; N 63, 23a]
II-6
|
28650 |
verzegelde honing |
verzegelde honing:
vǝrzēgǝldǝ hōneŋ (L329p Roermond)
|
Honing uit een verzegelde raat. Ten aanzien van het woordtype rijpe honing merkt de informant uit L 333 op dat men, wanneer een raampje voor twee-derde verzegeld is, de honing rijp mag noemen. [N 63, 114a; N 63, 113a; monogr.]
II-6
|
28479 |
verzegelen |
verzegelen:
vǝrzēgǝlǝ (L329p Roermond)
|
Het sluiten van de cellen door de werkbijen met een dekseltje van was. Dit sluiten of verzegelen gaat onmiddellijk vooraf aan het poppestadium van de larven. [N 63, 23a; Ge 37, 71]
II-6
|
21806 |
verzoek |
bede:
baije (L329p Roermond),
verzoek:
verzeuk (L329p Roermond),
vraag:
vraog (L329p Roermond)
|
het vragen iets te willen doen, verzoek [bede] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
18931 |
verzuimen |
verzuimen:
verzuume (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
verzūū:me (L329p Roermond),
vərzūūmə (L329p Roermond)
|
nalaten te doen wat men opgedragen gekregen heeft of wat men beloofd heeft [verzuimen, schrikken, fouten] [N 85 (1981)] || verzuimen
III-1-4
|
23312 |
vespers |
vespers (<lat.):
vespers (L329p Roermond)
|
De op grote feesten gehouden namiddagdienst waarin door het koor psalmen worden gezongen: de vespers, de vesper. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18277 |
vest |
gilet (fr.):
sjlee(ke) (L329p Roermond),
Fr. gilet.
sjlee (L329p Roermond),
giletje (<fr.):
sjieleeke (L329p Roermond),
zjieleeke (L329p Roermond),
zjileeke (L329p Roermond),
kamizool (<fr.):
kamezoal (L329p Roermond),
vest:
ves (L329p Roermond),
vest (L329p Roermond),
vès (L329p Roermond),
- z. sjlee*; z.o. kamizool. Opm.: Toen in de twintiger jaren de wollen vesten voor vrouwen en mannen in de mode kwamen, werd daarvoor het nederl. woord vest gebruikt: ves.
(ves) (L329p Roermond),
vesting:
vesting (L329p Roermond),
wal:
walle (L329p Roermond),
wallə (L329p Roermond),
wambuisje:
waemeske (L329p Roermond),
wemmeske (L329p Roermond)
|
de aarden wal rondom een stad of gracht [vesting, vest] [N 90 (1982)] || herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] || vest || vest van mannen
III-1-3, III-3-1
|