e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verwend kindje verwend jong: verwind jongk (Roermond), verwende aap: vərwində aap (Roermond), verwende poet: cf. WNT s.v. "poet (II)"4) "Gebezigd met betrekking tot een klein kind.......  verwinde poet (Roermond) een bedorven, door en door verwend kind [babaard, babbe, kinnebaba] [N 87 (1981)] III-2-2
verwensen verwensen: verwinse (Roermond, ... ), vərwinsə (Roermond) iemand kwaad toewensen [wensen, verdijen, verwensen] [N 85 (1981)] III-3-1
verwoed kaarter kaartmoer: kaartmoo:r (Roermond) Verwoed kaartspeler. III-3-2
verzegeld broed gesloten broed: gǝšlǭtǝ brut (Roermond) Gesloten broed. Het stadium van het broed waarbij de larf volgroeid is. De cel wordt door de werkbijen afgedekt met zegelwas. De larf kan zich gaan verpoppen. [N 63, 25b; N 63, 20a; N 63, 23d; N 63, 23a] II-6
verzegelde honing verzegelde honing: vǝrzēgǝldǝ hōneŋ (Roermond) Honing uit een verzegelde raat. Ten aanzien van het woordtype rijpe honing merkt de informant uit L 333 op dat men, wanneer een raampje voor twee-derde verzegeld is, de honing rijp mag noemen. [N 63, 114a; N 63, 113a; monogr.] II-6
verzegelen verzegelen: vǝrzēgǝlǝ (Roermond) Het sluiten van de cellen door de werkbijen met een dekseltje van was. Dit sluiten of verzegelen gaat onmiddellijk vooraf aan het poppestadium van de larven. [N 63, 23a; Ge 37, 71] II-6
verzoek bede: baije (Roermond), verzoek: verzeuk (Roermond), vraag: vraog (Roermond) het vragen iets te willen doen, verzoek [bede] [N 85 (1981)] III-3-1
verzuimen verzuimen: verzuume (Roermond, ... ), verzūū:me (Roermond), vərzūūmə (Roermond) nalaten te doen wat men opgedragen gekregen heeft of wat men beloofd heeft [verzuimen, schrikken, fouten] [N 85 (1981)] || verzuimen III-1-4
vespers vespers (<lat.): vespers (Roermond) De op grote feesten gehouden namiddagdienst waarin door het koor psalmen worden gezongen: de vespers, de vesper. [N 96B (1989)] III-3-3
vest gilet (fr.): sjlee(ke) (Roermond), Fr. gilet.  sjlee (Roermond), giletje (<fr.): sjieleeke (Roermond), zjieleeke (Roermond), zjileeke (Roermond), kamizool (<fr.): kamezoal (Roermond), vest: ves (Roermond), vest (Roermond), vès (Roermond), - z. sjlee*; z.o. kamizool. Opm.: Toen in de twintiger jaren de wollen vesten voor vrouwen en mannen in de mode kwamen, werd daarvoor het nederl. woord vest gebruikt: ves.  (ves) (Roermond), vesting: vesting (Roermond), wal: walle (Roermond), wallə (Roermond), wambuisje: waemeske (Roermond), wemmeske (Roermond) de aarden wal rondom een stad of gracht [vesting, vest] [N 90 (1982)] || herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] || vest || vest van mannen III-1-3, III-3-1