e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
viooltje viool: fie:joo:l (Roermond) I-7
vis, algemeen vis: vès (Roermond), vés (Roermond) vis III-4-2
visaas made: maaje (Roermond), sprokaas: WLD  sjprokaos (Roermond) wormpje, borstelig ~ dat als aas wordt gebruikt bij het vissen [sprot-, sprokaos] [N 26 (1964)] III-4-2
vishengel angel: angel (Roermond), garde: gaert (Roermond), gairt (Roermond), ss. vèsgaerd [vgl. pag. 308].  gae:rd (Roermond), visgaard: vèsgae:rd (Roermond), visgarde: veͅsgēͅrt (Roermond), vgl. pag. 103 sub hengel, (h)ingel: voor de bet. hengelroede z. (vès)gaerd*.  vèsgae:rd (Roermond) angel, vistuig || Gard: hengelroede. || Het vistuig bestaande uit een lange houten of rieten stok; aan het uiteinde is een snoer bevestigd waaraan een verschuifbare dobber zit en aan het einde een haakje [hengelgarde, topgaarde, geert, garde, lijn, roede, visgeert, vislijn, visroede]. [N 88 (1982)] || visgard || Visgard: hengelroede. III-3-2, III-4-2
vissen vissen: vèsse (Roermond), 14  véssə (Roermond) Vissen. || Vissen: vissen. III-3-2
vissen, ww. vissen: vèsse (Roermond) vissen (ww) III-4-2
vissnoer lijn: lien (Roermond, ... ), viem: vēͅm (Roermond), Viem is verwant met A.N. vadem.  vīē:m (Roermond) Een touw met een of meer haken om vis te vangen [snoer, lijn]. [N 88 (1982)] || Viem*: hengelsnoer. III-3-2
visvangst vangst: vangs (Roermond), zootje: zootje (Roermond) Alles wat men vangt bij het vissen [vangst, rafel]. [N 88 (1982)] III-3-2
vlaai vlaai: flaaj (Roermond, ... ), vlaai, flaaje (Roermond), vlaaj (Roermond), Syst. Veldeke Mv.: flaetjes  flaaj (Roermond), Syst. WBD  flaa (Roermond), flaaj (Roermond), Ver krege eers knapkook, toen flaaj en daonao kwaam den opzat aan de beurt  flaa:j (Roermond) vla || Vla, bekend cirkelvormig gebak met vulling (vlaoj, flaaj, tabbeschaas?) [N 16 (1962)] III-2-3
vlaai met deegdeksel dekselvlaai: Syst. WBD  deksjelflaaj (Roermond), vlaai met deksel: flaaj mit deksel (Roermond), vlaai mit deksel (Roermond) Vla met deksel van deeg (dekselvlaoj, slof, toeslaag?) [N 16 (1962)] III-2-3