e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
was bleken bleken: blęjkǝ (Roermond) Gesmolten was kan nog donker van kleur zijn. Door de was enige malen over te smelten onder toevoeging van bepaalde chemicaliën als chloramine of waterstofperoxyde kan men de kleur doen bleken. Ook de zon kan het produkt meer doen bleken. Hiertoe wordt de vloeibare was uitgegoten op een waterbad met groot oppervlak zodat hij in een dunne laag stolt. De zon doet dan verder het blekende werk. [N 63, 131] II-6
was smelten was smelten: was šmeljtjǝ (Roermond) Het winnen van was door een jute zak met raten in heet water onder te dompelen. De was komt door de mazen van de zak boven op het water drijven. Deze methode was te smelten is een van de eenvoudigste. [N 63, 130a; monogr.] II-6
wasbord roebbel: roebəl (Roermond), schromp: sjromp (Roermond), sjrómp (Roermond), wasbred: wasbred (Roermond), wasbreit (Roermond), wasroebbel: wasroebel (Roermond) de plank waarover gegolfd zink geslagen is, waarop men vuil goed wast (troffel, roefel, wasbord) [N 90 (1982)] || wasbord || wasbord (roffel) III-2-1
wasgoed lijnwaad: \'n nuuj sjpuit haet ze vandoon óm \'t lievend te gete op de bleik  līēvend (Roermond), was: was (Roermond) alle wasgoed (ook handdoeken) || wasgoed [DC 35 (1963)] III-2-1
wasknijper waspinnetje: Gaef mich ins de buujel mit de waspinke  waspinke (Roermond) wasknijper III-2-1
waskoek klomp: klomp (Roermond) Vorm waarin de gezuiverde was wordt geknepen of geperst. Wanneer men de gezuiverde was met de hand bewerkt, ontstaat voornamelijk een bolvorm. Indien men de gezuiverde was machinaal perst, verkrijgt men een koek- of broodvorm. [N 63, 121d; N 63, 121e; monogr.] II-6
waskom lampetkan: lampetkan (Roermond), lampet niet gebruikelijk  lampetka:n (Roermond), lampetkomp: Op \'t water in de lampetkan waar in de wintjer sóms e läögske ies  lampetkómp (Roermond), waskomp: waskómp (Roermond) lampetkan || lampetkom || waskom III-2-1
wasmand lijnwaadsmand: livǝsmanj (Roermond), wasmand: wasmanj (Roermond) In het algemeen een van twee oren voorziene, ronde of ovale mand voor wasgoed. De wasmand was vaak van witte wissen gemaakt. Zie ook afb. 286. [N 20, 50; N 40, 95; N 40, 106; N 40, 107; N 40, 108; N 20, 48 add.; monogr.] II-12
waspers waspers: waspers (Roermond) Apparaat om de was vast te drukken. De te smelten wasbrokken worden in koperen ketels gekookt. Als de was vloeibaar is, wordt het geheel in een zak gegoten en in de waspers gebracht. Men perst langzaam en krachtig. Onder de waspers wordt een houten vaatje geplaatst om de was op te vangen. [N 63, 129c; monogr.] II-6
wastafel, wasbak lavabo: \"ne lavvebo is \'n wastaofel en neet \'n lampetkómp  lavvebo (Roermond), wasbak: wasbak (Roermond), wastafel: wastaofel (Roermond, ... ) lavabo || wasbak || wastafel III-2-1