21663 |
wbd: verkopen voor |
laten:
ich laot dich die geit (L329p Roermond),
veur dae pries wil ich ze waal loade (L329p Roermond),
van de hand doen:
ich wil die geit veur ... gölje van de handj doon (L329p Roermond)
|
verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21447 |
wbd: zeuren |
viltsen:
vilse (L329p Roermond)
|
op niet aflatende wijze zeuren om iets te krijgen, inz. gezegd van kinderen
III-3-1
|
20542 |
wecken |
inmaken:
inmake (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
wecken:
wecke (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
wekke (L329p Roermond),
wékkə (L329p Roermond)
|
wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22860 |
weddenschap |
weddingschap:
wèddingsjap (L329p Roermond)
|
Weddenschap.
III-3-2
|
21906 |
wedstrijdduif |
postduif:
Sub II. post.
postdoef (L329p Roermond),
reisduif:
rei:sdōē:f (L329p Roermond)
|
Postduif.
III-3-2
|
20435 |
weduwe |
wedvrouw:
wetvrouw (L329p Roermond),
widvrouw:
witvrouw (L329p Roermond, ...
L329p Roermond)
|
weduwe [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20451 |
weduwnaar |
wedman:
wetman (L329p Roermond),
widman:
witmaan (L329p Roermond),
witmanne (L329p Roermond)
|
weduwnaar [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
29145 |
weefkamer |
weefkamer:
wē̜fkāmǝr (L329p Roermond)
|
De kamer of het vertrek waarin geweven wordt en waar het spinnewiel of de weefstoel staat. Dat kan de keuken, de opkamer, de naaikamer of een kamer(tje) zijn. In dit lemma gaat het om een weefruimte in het huis. [N 39, 4; N 5A (I]
II-7
|
33821 |
week in de muil |
week in de muil:
węi̯k en dǝ mul (L329p Roermond)
|
Gevoelig in de mond voor de druk van het gebit, vooral bij jonge paarden. [JG 1a; N 8, 64f]
I-9
|
23511 |
weekdienst |
weekdienst:
waekdeens (L329p Roermond)
|
Een wekelijkse mis voor een overledene, weekdienst. [N 96B (1989)]
III-3-3
|