e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wit stervormig vlekje op het voorhoofd kol: kǫl (Roermond) Witte plek op het voorhoofd van donkerharige paarden, niet groot maar van verschillende vorm als rond, ovaal e.d. Een ster is iets groter dan een kol. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b; N 8, 27a; S 27] I-9
witte aalbes miemerten: mv: -e  miemerte (Roermond) [DC 13 (1945)] I-7
witte abeel canadassenboom: canadase boum (Roermond), cannadase boum (Roermond) De witte abeel, 15-18 m hoog, bladeren 8-12 cm, zijn grijsgroen aan de bovenzijde en kalkwit aan de onderkant (abeel, witbeel, kjeseboom, peppel, vlaming, witte canada, witte boom). [N 82 (1981)] III-4-3
witte donderdag witte donderdag: witte donderdaag (Roermond) De donderdag in de week vóór Pasen, Witte Donderdag [jreune dónnesjtiech]. [N 96C (1989)] III-3-3
witte kaas, wrongel fluitekaas: fluitekees (Roermond), Syst. Veldeke  fluitekees (Roermond), fluiterd: fluitert (Roermond), Syst. Veldeke  fluitert (Roermond), fluiterse kaas: fluiterse kees (Roermond), fluiterskaas: fluiterskees (Roermond, ... ), fluitkaas: fluikkēēs (Roermond), fluitkees (Roermond, ... ), hangop: hangop (Roermond), smeerkaas: Syst. WBD  sjmeerkees (Roermond), witte kaas: witte kees (Roermond) fluiterkaas || hangop; Hoe noemt U: Een koud melkgerecht van karnemelk die men in een zak of in een doek opgehangen, heeft laten uitdruipen en vervolgens met melk en suiker aangemengd, opdient (hangop, hangebast) [N 80 (1980)] || Smeerbare witte kaas of wrongel (fluitert, fluiterskaas?) [N 16 (1962)] III-2-3
witte klaver, steenklaver steenklee: štęi̯n[klee] (Roermond), witte klee: wetǝ [klee] (Roermond) Trifolium repens L. Een 5 tot 25 cm lange plant met kruipende stengels emn witte, later bruine, bloemhoofdjes, die van mei tot de herfst bloeien. Ook witte klaver wordt vooral als veevoeder en als dekvrucht geteeld, is eerder geschikt voor weiden dan voor maaien, maar stelt lagere eisen aan de grond. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.] I-5
witte kool kappes: kappes (Roermond, ... ), Kapp\\s haol ich mich altied op de mert Hae geit door kapp\\s en tebak: hij is onverzettelijk  kappəs (Roermond), moes: moos (Roermond), wit moes: wit moos (Roermond, ... ) witte kabuiskool || witte kool als gerecht [N Q (1966)] || witte kool, de kool waarvan zuurkool gemaakt wordt [DC 27 (1955)] I-7, III-2-3
witte kwikstaart akkermannetje: akkermènke (Roermond), kwikstaart: kwiksjtert (Roermond), kwikstaartje: kwiksjtertje (Roermond) kwikstaart || kwikstaart, wit [DC 26 (1954)] || witte kwikstaart III-4-1
witte muts met een strik onder de kin kornetje (<fr.): kernètje (Roermond) mutsje, witte ~ dat met een strik onder de kin wordt vastgeknoopt [N 25 (1964)] III-1-3
witte narcis pinksterbloem: pinksterbloom (Roermond) Witte narcis (narcissus poeticus). De rand der bijkroon is vliezig doorschijnend. De bloeistengel is samengedrukt met twee scherpe randen. De bloemen zijn meestal alleenstaand, de dekslippen zijn sneeuwwit, de bijkroon is geel met rood (tijloos, paasbloem [N 92 (1982)] III-4-3