18207 |
dameskous? |
kous:
Anna, hupse e paar huuj kouse? (L329p Roermond)
|
Anna, heb je een paar nieuwe kousen? [DC 14A (1946)]
III-1-3
|
18375 |
dameslaars |
damesstevel:
damessjtevel (L329p Roermond),
laars:
laars (L329p Roermond)
|
vrouwenlaars [stevelet] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18263 |
damesmantel |
damesmantel:
einen damesmantjel (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
mantel:
mantjel (L329p Roermond, ...
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L329p Roermond)
|
damesmantel; inventarisatie huidige uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || damesmantel; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || mantel
III-1-3
|
18577 |
damesonderbroek |
onderboks:
ongerboks (L329p Roermond)
|
Onderbroek voor vrouwen. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18370 |
damesschoen met hoge of halfhoge hak |
pumps (eng.):
pump (L329p Roermond)
|
damesschoenen met hoge of halfhoge hak [N 24 (1964)]
III-1-3
|
22645 |
dammen |
dammen:
96
ge-dam:p (L329p Roermond)
|
Damspelen.
III-3-2
|
24984 |
damp, stoom |
damp:
damp (L329p Roermond),
stoom:
sjtaum (L329p Roermond),
štoum (L329p Roermond),
(Fr. chaud).
sjtoum (L329p Roermond),
wasem:
wasem (L329p Roermond)
|
damp van kokend water [DC 28 (1956)] || stoom, damp
III-4-4
|
19633 |
dampen |
paffen:
paffe (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
pàffə (L329p Roermond),
smoken:
Ze zote löstig te sjmoke
sjmo:ke (L329p Roermond)
|
paffen; Hoe noemt U: Op een hoorbare manier roken; geweldig veel roken (paffen, plotsen) [N 80 (1980)] || smoken
III-2-3
|
28402 |
dar |
dar:
dar (L329p Roermond),
hommel:
hommel (L329p Roermond)
|
Het mannelijk dier in het bijenvolk. De dar is geboren uit een onbevruchte eicel. In de bijenwoning doet hij niets anders dan eten. Zijn enige functie is het helpen warm houden van het broed door zijn aanwezigheid. Onmisbaar zijn de darren voor de bevruchting van de jonge koningin. Na de paring sterft de dar. De darren worden in mei of vlak daarna geboren. Als het bijenjaar ten einde spoedt, in augustus of september, worden de darren verdreven door de werksters en sterven zij. De dar heeft geen angel. Voor het woorddeel (-bij) leest men de woordtypen bij/bie en bien. In welke plaatsen deze woordtypen respectievelijk voorkomen, ziet men in het lemma Bij. Voor de fonetische documentatie ervan wordt ook verwezen naar het lemma Bij. [N 63, 12c; S 3; L 1a-m; JG 1a + 1b; JG 2b-5, 2; R 3, 42; A 9, 2; Ge 37, 2; monogr.]
II-6
|
17702 |
darm |
darm:
derm (L329p Roermond),
dè:rm (L329p Roermond)
|
darm [DC 02 (1932)]
III-1-1
|