| 23518 |
misintentie |
misintentie:
mesintentie (L293p Roggel)
|
Een misintentie. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23538 |
miskleren |
miskleren:
meskleijer (L293p Roggel)
|
De misgewaden, miskleren [miskleer, mèskleijer, getuug?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23532 |
missaal |
missaal:
missaal (L293p Roggel)
|
Een kerkboek waarin de misgebeden zijn opgenomen [misboek, mèsbook, mèssebook, missaal?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23685 |
missie |
missie (<fr.):
missie (L293p Roggel)
|
Een meerdaagse reeks preken, gebedsoefeningen e.d. die eens in de 10 jaar in de parochie werd gehouden ter heropwekking en verdieping van het geloof en ter bekering van zondaars [missie, volksmissie?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23394 |
missiekruis |
missiekruis:
missiekruuts (L293p Roggel)
|
Een groot kruisbeeld ter herinnering aan een in de parochie gepreekte missie [missiekruis?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 25166 |
mist, nevel (alg.) |
damp:
¯laaghangende mist¯
damp (L293p Roggel),
mist:
(beneemt uitzicht)
mist (L293p Roggel),
mot:
(beneemt uitzicht)
moet (L293p Roggel),
¯laaghangende mist¯
moet (L293p Roggel),
nevel:
hangt over de velden
nevel (L293p Roggel)
|
mist en nevel [DC 27 (1955)]
III-4-4
|
| 23678 |
misweek |
misweek:
mesweik (L293p Roggel)
|
Een misweek. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23553 |
miswijn |
miswijn:
meswien (L293p Roggel)
|
De miswijn [mèswien?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 17833 |
moe |
moeg:
mø.əch (L293p Roggel)
|
moe [RND]
III-1-2
|
| 20331 |
moeder |
ma:
ma (L293p Roggel, ...
L293p Roggel),
mam:
mam (L293p Roggel, ...
L293p Roggel),
moeder:
moder (L293p Roggel, ...
L293p Roggel),
mooder (L293p Roggel, ...
L293p Roggel,
L293p Roggel),
zien mooderis òòd
mooder (L293p Roggel)
|
(moeder;) Hoe wordt de moeder door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || moeder [DC 03 (1934)] || moeder: zn moeder is oud [DC 35 (1963)] || moeder; (Hoe wordt de moeder door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] || moeder; ik ga met mijn moeder naar de markt; volw. [DC 12a (1943)] || moeder; ik ga met moeder naar de markt; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || moeder; ik ga met moeder naar de markt; ± 10 jaar [DC 12a (1943)]
III-2-2
|