| 23634 |
schietgebed(je) |
schietgebedje:
sjeetgebedje (L293p Roggel)
|
Een schietgebed(je), stootgebed. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23637 |
schietgebedjes doen |
schietgebedjes doen:
sjeetgebedjes doon (L293p Roggel)
|
Schietgebedjes doen [kreppelen?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 21086 |
schimmel |
schimmel:
šømǝl (L293p Roggel)
|
Paard met een geheel of overheersend witte of grijsachtige vacht. Naarmate de leeftijd vordert, neemt het wit toe; schimmels worden niet geboren, ze ontstaan mettertijd. De vosschimmel is wit met rode of bruinachtige vlekken. [JG 1a, 1b; N 8, 63a en 63b; S 31]
I-9
|
| 21244 |
schip |
schip:
šɛ.əp (L293p Roggel)
|
schip [RND]
III-3-1
|
| 21248 |
schipper |
schipper:
šipər (L293p Roggel)
|
schipper [RND]
III-3-1
|
| 18272 |
schoen: algemeen |
schoen:
sjoon (L293p Roggel)
|
Hoe noemt u in het algemeen het meestal leren voetbekleedsel met hak dat tot iets hoger dan de enkels kan komen (schoen?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
| 18466 |
schoenborstel |
schoenborstel:
sjōēnborsəl (L293p Roggel)
|
De borstel voor het poetsen? [N 60 (1973)]
III-1-3
|
| 18303 |
schoenen (mv.) |
schoenen (mv.):
schoon (L293p Roggel)
|
Hoe noemt men de schoenen? Maakt men verschil tusschen hooge en lage schoenen? [DC 09 (1940)]
III-1-3
|
| 18464 |
schoenen blinken |
zwart maken:
sjwart maakə (L293p Roggel)
|
Hoe zegt u: We zullen de schoenen (althans bepaalde delen [N 60 (1973)]
III-1-3
|
| 18465 |
schoenen poetsen |
poetsen:
sjōēn pŏĕtsə (L293p Roggel)
|
Hoe noemt u een laatste poetsbewerking van de schoen met borstels en zachte doeken om hem zijn diepste glans te geven? (ophalen, siffen?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|