e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roggel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitsliepen sliepuit doen: slie‧p oet doo‧n (Roggel) uitsliepen [sliep oet doon] [N 07 (1961)] III-3-2
uitspannen uitspannen: ūtšpanǝ (Roggel) Het paard losmaken van de kar of het werktuig waarin of waaraan het gespannen is. Bij het uitspannen uit een kar met berries worden de draagriem, de brede buikriem en de strengen losgemaakt. Vervolgens wordt het paard naar de stal geleid. [JG 1b, 2c; N 8, 98b; monogr.] I-10
uitstalling van het allerheiligste uitstalling van het allerheiligste: oetstalling van ut allerheiligste (Roggel) Uitstalling, uitstelling van het Allerheiligste [oessjtellóng van t allerhillieg-ste?]. [N 96B (1989)] III-3-3
uitsteken bijsnijden: bīšnījǝ (Roggel) Het wegsnijden van alle uitstaande oneffenheden aan de rand van de binnenzool, de loopzool en de hak, met behulp van een randsteekmes. [N 60, 116b; N 60, 116c] II-10
uitwerpselen stront: strontj (Roggel) uitwerpselen [N 10c (1995)] III-1-1
uitwerpselen van het paard paardskeutel: pē̜rtskø̄tǝl (Roggel) [A 9, 24b] I-9
uitwerpselen van koeien koestront: kustronjtj (Roggel), koezegel: kuzēgǝl (Roggel) [N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I] I-11
urine pis: pis (Roggel) urine [N 10c (1995)] III-1-1
urineren pissen: pisse (Roggel) urineren [N 10c (1995)] III-1-1
vaars maal: mǭl (Roggel), vaars: vē̜rs (Roggel), vɛrs (Roggel) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11