20646 |
varkensvet |
reuzel:
reuzel (L293p Roggel)
|
reuzel [DC 17 (1949)]
III-2-3
|
23579 |
vaste misgezangen |
vaste misgezangen:
vaste mesgezange (L293p Roggel)
|
De vaste misgezangen [Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Agnus Dei]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
34272 |
vaste uitwerpselen |
drek:
drɛk (L293p Roggel),
keutelen:
kø̄tǝlǝ (L293p Roggel),
krenten:
krentǝ (L293p Roggel),
stront:
strontj (L293p Roggel),
varkenskeutel:
vɛrkǝskø̄tǝl (L293p Roggel)
|
[N 76, 35; A 9, 24d]In de vragen L 20, 22f en A 4, 22f werd ook gevraagd naar het gebruik van schapenmest. Uit de antwoorden blijkt dat schapenmest kon dienen als bemesting in het algemeen en als weiland- en bloembemesting. Ook vermengde men schapenmest met stalmest. Schapenmest werd wel eens gebruikt om stokbomen in te planten. [N 77, 122; L 20, 22f; A 4, 22f; A9, 24c] || Vaste uitwerpselen van vee. [JG 1a, 1b; A 9, 24e; A 9, 28c; monogr.]
I-11, I-12
|
33363 |
vaste voer- en drinkbak |
koebak:
(mv)
kubɛk (L293p Roggel)
|
De opgemetselde bak of goot, soms in vakken verdeeld, die vóór de koeien langs loopt, waaruit de koeien eten en drinken. De hoogte van de bak verschilt van plaats tot plaats. Het water wordt het laatst in de bak gedaan. De bak is dan meteen schoon. Zie ook het vorige lemma "voer- en drinkgoot" (2.2.14). Zie ook afbeelding 10 bij het lemma "koeienstand" (2.2.23). [N 5A, 37b; N 4, 76; N 5, 96; L 1, a-m; L A1, 174; S 19; Wi 4; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10]
I-6
|
22648 |
vastenavond |
vastelavond:
vastəloͅ.vənṭ (L293p Roggel)
|
vastenavond [RND]
III-3-2
|
21284 |
vechten |
vechten:
faextə (L293p Roggel)
|
Hij deed geheel de wereld vechten. [RND]
III-3-1
|
34266 |
vee |
beesten:
bīęstǝ (L293p Roggel),
vee:
veę (L293p Roggel)
|
Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.]
I-11
|
20503 |
veel drinken |
zuipen:
zōēpe (L293p Roggel)
|
zuipen [DC 35 (1963)]
III-2-3
|
23659 |
veertigurengebed |
veertigurengebed:
fiertigoregebed (L293p Roggel)
|
Het veertigurengebed: de drie dagen = veertig uur durende aanbidding van het uitgestelde Allerheiligste, gehouden b.v. tijdens de carnavalsdagen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23494 |
veldkruis |
veldkruis:
veldjkruus (L293p Roggel)
|
Een kruisbeeld in het veld, langs de openbare weg opgericht [veldkruis, devotiekruis?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|