e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roggel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
veldleeuwerik, leeuwerik leeuwerik: lieuwerik (Roggel), lîêwerik (Roggel), liewerk: leeuwerk (Roggel) Hoe heet de veldleeuwerik? [DC 06 (1938)] || leeuwerik [Roukens 03 (1937)] || veldleeuwerik III-4-1
vensterblinden blinden: blenjǝ (Roggel) Houten panelen of borden die aan de binnenzijde van het huis aan één of aan beide zijden van het raamkozijn zijn aangebracht. Men onderscheidt slag- of vouwblinden die draaiend geopend kunnen worden en schuif- of rolblinden die in een in de muur uitgespaarde ruimte geschoven kunnen worden. [N 55, 65b; A 23, 18b; A 46, 11c; L 32, 75a; RND 10, 49 add.; monogr.] II-9
vensterluiken luiken: lūkǝ (Roggel), vensters: venstǝrs (Roggel  [(luiken die met behulp van scharnieren zijn vastgezet)]  ) Zie kaarten. De houten panelen die draaiend aan de buitenkant van het huis aan beide zijden van het raam zijn aangebracht. Er bestaan ook losse vensterluiken die 's avonds voor het raam worden geplaatst en 's morgens weer verwijderd worden. Zie voor het woordtype 'vensters' ook Van Keirsbilck I pag. 466 s.v. 'venster': ø̄Ook dikwijls gebruikt in den zin van een beweeglijk luik vóór een venster, aan den buitenkant.ø̄ [N 55, 65a; A 23, 18a; A 46, 11a; L 1 a-m; L 32, 75b; L 1u, 17; L B1, 155; L A2, 409; rnd 49 add.; monogr.; Vld.] II-9
verbrand verbrand: vǝrbranjtj (Roggel), verwalst: vǝrwalst (Roggel) Gezegd van huid die is beschadigd door verbranden. Een gevoelige dierehuid kan in de zomer door de zonnestraling verbranden. Er kunnen blaren ontstaan met als gevolg beschadigingen in de huid. [N 60, 8] II-10
vergiet doorslag: doorslaag (Roggel) Vergiet. Hoe noemt men de van gaten voorziene schotel (gemaakt van aardewerk, email of blik), die wordt gebruikt om b.v. gewassen groente te laten uitdruipen? [DC 14 (1946)] III-2-1
verhaal verhaal: verhaol (Roggel) verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)] III-3-1
verhalfzolen lappen: lapǝ (Roggel) De schoenen van nieuwe halfzolen voorzien. [N 60, 232a] II-10
verkouden verkoud: ich bin verkaojd (Roggel) Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] III-1-2
verlegen bleu: bleuj (Roggel), blêû (Roggel), schouw: sjoeuw (Roggel), verlegen: verléége (Roggel) verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)] III-1-4
verpachte banken verpachte plaatsen: verpachdje plaatse (Roggel) De kerkbanken waarvan de plaatsen aan parochianen verpacht werden. [N 96A (1989)] III-3-3