24264 |
veldleeuwerik, leeuwerik |
leeuwerik:
lieuwerik (L293p Roggel),
lîêwerik (L293p Roggel),
liewerk:
leeuwerk (L293p Roggel)
|
Hoe heet de veldleeuwerik? [DC 06 (1938)] || leeuwerik [Roukens 03 (1937)] || veldleeuwerik
III-4-1
|
30336 |
vensterblinden |
blinden:
blenjǝ (L293p Roggel)
|
Houten panelen of borden die aan de binnenzijde van het huis aan één of aan beide zijden van het raamkozijn zijn aangebracht. Men onderscheidt slag- of vouwblinden die draaiend geopend kunnen worden en schuif- of rolblinden die in een in de muur uitgespaarde ruimte geschoven kunnen worden. [N 55, 65b; A 23, 18b; A 46, 11c; L 32, 75a; RND 10, 49 add.; monogr.]
II-9
|
30332 |
vensterluiken |
luiken:
lūkǝ (L293p Roggel),
vensters:
venstǝrs (L293p Roggel
[(luiken die met behulp van scharnieren zijn vastgezet)]
)
|
Zie kaarten. De houten panelen die draaiend aan de buitenkant van het huis aan beide zijden van het raam zijn aangebracht. Er bestaan ook losse vensterluiken die 's avonds voor het raam worden geplaatst en 's morgens weer verwijderd worden. Zie voor het woordtype 'vensters' ook Van Keirsbilck I pag. 466 s.v. 'venster': ø̄Ook dikwijls gebruikt in den zin van een beweeglijk luik vóór een venster, aan den buitenkant.ø̄ [N 55, 65a; A 23, 18a; A 46, 11a; L 1 a-m; L 32, 75b; L 1u, 17; L B1, 155; L A2, 409; rnd 49 add.; monogr.; Vld.]
II-9
|
30809 |
verbrand |
verbrand:
vǝrbranjtj (L293p Roggel),
verwalst:
vǝrwalst (L293p Roggel)
|
Gezegd van huid die is beschadigd door verbranden. Een gevoelige dierehuid kan in de zomer door de zonnestraling verbranden. Er kunnen blaren ontstaan met als gevolg beschadigingen in de huid. [N 60, 8]
II-10
|
19597 |
vergiet |
doorslag:
doorslaag (L293p Roggel)
|
Vergiet. Hoe noemt men de van gaten voorziene schotel (gemaakt van aardewerk, email of blik), die wordt gebruikt om b.v. gewassen groente te laten uitdruipen? [DC 14 (1946)]
III-2-1
|
21412 |
verhaal |
verhaal:
verhaol (L293p Roggel)
|
verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)]
III-3-1
|
31130 |
verhalfzolen |
lappen:
lapǝ (L293p Roggel)
|
De schoenen van nieuwe halfzolen voorzien. [N 60, 232a]
II-10
|
18074 |
verkouden |
verkoud:
ich bin verkaojd (L293p Roggel)
|
Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)]
III-1-2
|
19038 |
verlegen |
bleu:
bleuj (L293p Roggel),
blêû (L293p Roggel),
schouw:
sjoeuw (L293p Roggel),
verlegen:
verléége (L293p Roggel)
|
verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)]
III-1-4
|
23374 |
verpachte banken |
verpachte plaatsen:
verpachdje plaatse (L293p Roggel)
|
De kerkbanken waarvan de plaatsen aan parochianen verpacht werden. [N 96A (1989)]
III-3-3
|