e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roggel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vieruursboterham koffiedrinken, het -: kóffiedrinke (Roggel), ’t koffiedrinke (Roggel) de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)] III-2-3
vijf wonden van christus vijf wonden: vief wonj (Roggel) De vijf wonden, de kruiswonden van Christus [de vunnef wónde?]. [N 96B (1989)] III-3-3
vilsnee vilsnede: velšnę̄j (Roggel) Een fout in het leer, ontstaan als men bij het villen in de huid sneed. [N 60, 7a; N 37, 7] II-10
vinger vinger: viŋər (Roggel), vìngər (Roggel) vinger [DC 01 (1931)], [RND] III-1-1
vingerlid kootje: kuitjə (Roggel), lidmaat: lìdmaot (Roggel) (vinger)kootje [DC 01 (1931)] III-1-1
vink boekvink: bookvink (Roggel) Hoe heet de vink? [DC 06 (1938)] III-4-1
vlaaischotel vlaaischotel: flaaisjuttel (Roggel), flaaisjóttel (Roggel) schaal, plat, om een vlaai op te dienen [flaaischottel] [N 07 (1961)] III-2-1
vlaams vlaams: vlaoms (Roggel) Vlaams; bijvoeglijk naamwoord - [DC 47 (1972)] III-3-1
vlaamse gaai markolf: merkoef (Roggel) Hoe heet de Vlaamsche gaai? [DC 06 (1938)] III-4-1
vleermuis vleermuis: flairmoes (Roggel) vleermuis [DC 40 (1965)] III-4-2