e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roggel

Overzicht

Gevonden: 2002
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duizendblad hazegerf: hazegerf (Roggel), hāzǝgɛrǝf (Roggel) Achillea millefolium L. Het gewoon duizendblad komt zeer algemeen voor in grasland, langs wegen en op stortplaatsen, maar ook als sierplant. Het heeft zeer fijnverdeelde veervormige bladeren, wit tot roze bloempjes in een schermvormige tuil en bloeit van juni tot oktober. De hoogte varieert van 15 tot 50 cm. [A 42B, 4a; monogr.] || duizendblad I-5, III-4-3
duur duur: deur (Roggel) duur: Dit grote huis wordt me te -, ik ga kleiner wonen [DC 35 (1963)] III-3-1
duwen duwen: düüjə (Roggel) duwen [RND] III-1-2
dwarsbeuk add. aan kapelaans biechtstoel: aan keploans beechstoal (Roggel), aan pastoors biechtstoel: aan pestoars beechstoal (Roggel) Het dwarsschip, de dwarsbeuk van een kruiskerk [transept?]. [N 96A (1989)] III-3-3
dweil dweil: dweͅi̯əl (Roggel) grove doek waarmee vloeren, stoepen, etc samen met water worden schoongemaakt [DC 15 (1947)] III-2-1
dweilen dweilen: dweͅi̯lə (Roggel), dweͅjələ (Roggel) Hoe noemt u het schoonmaken van stenen of houten vloeren, van stoepen enz. met behulp van water en een grove doek? [N105 (2000)] || stenen of houten vloeren, stoepen, etc. met behulp van water en een grove doek schoonmaken [DC 15 (1947)] III-2-1
echte koekoeksbloem koekoeksbloem: kukuksblom (Roggel) Lychnis flos-cuculi L. Een algemeen voorkomende plant in graslanden met rechtopstaande stengel en roze-rode bloemen met gespleten kroonbladeren. De plant bloeit van mei tot september en komt ook wel gekweekt voor. De hoogte varieert van 30 tot 90 cm. [A 17, 2; A 49B, 2; monogr.] I-5
echtgenoot baas: baas (Roggel), man: man (Roggel), mens: minsch (Roggel) (man. ) Bestaat er een woord voor man in de beteekenis van echtgenoot? [DC 05 (1937)] III-2-2
echtgenote vrouw: vrouw (Roggel) (vrouw; ) bestaat er een afzonderlijk woord voor vrouw in de beteekenis van echtgenoote? [DC 05 (1937)] III-2-2
eekhoorn eekhoorntje: eikeurke (Roggel), eikheurke (Roggel), eikörke (Roggel), zeikhoos: zeikhoos (Roggel) eekhoorn [DC 07 (1939)], [Roukens 03 (1937)] III-4-2