e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roggel

Overzicht

Gevonden: 2002

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aftuigen aftuigen: āftȳgǝ (Roggel) Het paard van het trektuig ontdoen door de verschillende delen van het paardetuig los te gespen en af te nemen. [JG 1b; N 8, 97b] I-10
afval pulp: pølp (Roggel) Het afval van de uitgeperste vruchten dat in de perskuip achterblijft. [N 57, 17] II-2
afvalleer afval: (mv)  āffalǝ (Roggel) De snippers leer die overblijven van het uitsnijden van de pasklare stukken. [N 60, 48] II-10
afvallen van bladeren ruizelen: ruzelen (Roggel) afvallen van bladeren [DC 48 (1973)] III-4-3
afwas (de) schotelen: šøtələ (Roggel) het gezamenlijke vaatwerk, dat op een bepaald moment afgewassen moet worden [DC 15 (1947)] III-2-1
afwassen schotelen wassen: šøtələ wasə (Roggel) vaatwerk (borden, lepels, messen, pannen, enz.) met behulp van warm water of zeepsop schoonmaken [DC 15 (1947)] III-2-1
afwasteil, afwasbak afwasbak: aafwasbak (Roggel) afwasbak [N 07 (1961)] III-2-1
afwaswater afwaswater: āfwaswātər (Roggel), schotelswater: sjuttelswater (Roggel), schotelwater: šøͅtəlwātər (Roggel) Het water, vermengd met zeep of soda, waarin het vaatwerk afgewassen moet worden [DC 15 (1947)] || Hoe noemt u in uw dialect het water waarin men de vaat doet/gedaan heeft? [N105 (2000)] III-2-1
agnus dei agnus dei: agnus dei (Roggel) Het (vaste) misgezang dat na het Onze Vader wordt gezongen, het Agnus Dei. [N 96B (1989)] III-3-3
akker akker: akǝr (Roggel), veld: vɛljtj (Roggel) Met het begrip ɛakkerɛ wordt in dit lemma bedoeld een bepaald begrensd stuk akkerland of bouwland. Veel respondenten uit Belgisch Limburg beschouwen perceel als een notariswoord. De woordtypen tarweland, haverland, bietenland, korenveld en koren duiden op een stuk land waarop een bepaald gewas wordt verbouwd.' [N 27, 2a; N 11, 1b; A 11, 4; A 3, 40; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 11b; L 19b, 1a; Vld.; monogr.] I-8