e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roggel

Overzicht

Gevonden: 2002
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kelk kelk: kelk (Roggel) De kelk, de misbeker [kelk, kelch, mèskelk?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kelkdoekje kelkdoekje: kelkdeukske (Roggel) Het kelkdoekje [kelkduukske, -deukske, kelchduchsje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kelklepeltje kelklepeltje: kelklepelke (Roggel) Het kelklepeltje. [N 96B (1989)] III-3-3
kerel kerel: kɛ.rəl (Roggel) kerel [RND] III-3-1
kerk kerk: kirk (Roggel) De kerk, het kerkgebouw [kèrk, krèk, kirk, kirch]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkbank kerkbank: kirkbank (Roggel) Één zon bank. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkbanken kerkbanken: kirkbenk (Roggel) De banken in de kerk, de kerkbanken meervoud. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkboek kerkboekje: kerkbeukske (Roggel) Een kerkboek met godvruchtige gebeden en overwegingen, bestemd voor de gelovigen [gebèèjeboek]. [N 96B (1989)] III-3-3
kerkboek add. rood boekje: rood beukske (Roggel), wit boekje: wit beukske (Roggel) Een kerkboek met godvruchtige gebeden en overwegingen, bestemd voor de gelovigen [gebèèjeboek]. [N 96B (1989)] III-3-3
kerkdeur kerkdeur: kirkduir (Roggel) De grote deur, de hoofdingang van de kerk [lijkdeur, kerkdeur, kirchduër]. [N 96A (1989)] III-3-3