e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roggel

Overzicht

Gevonden: 2002
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kneu heivink: heivink (Roggel), vlamvink: heeft een rode vlek op zn borst  vlamvink (Roggel) Hoe heet de kneu? [DC 06 (1938)] || kneu III-4-1
knie knie: kni (Roggel), kniej (Roggel) knie [DC 01 (1931)], [RND] III-1-1
knieholte hees: hêis (Roggel), knieholte: kniehĕŭldje (Roggel) knieholte [DC 01 (1931)] III-1-1
knielbankje knielbankje: knielbenkske (Roggel) Het knielbankje van de kerkbank. [N 96A (1989)] III-3-3
knielen knielen: kniele (Roggel) Knielen, een kniebuiging maken [kniele, kneele, kneije?]. [N 96B (1989)] III-3-3
knielkussen knielkussen: knielkusse (Roggel) Het knielkussen op de kerkbank. [N 96A (1989)] III-3-3
knikker kuls: Zie Crompvoets, H. (1991), [De regionale toptiens van dialectwoorden en -begrippen.]: Limburg. In: H. Crompvoets en A. Dams (red.), Kroesels op de bozzem. Het Dialectenboek. Waalre: Stichting Nederlandse Dialecten, blz. 122-136 [blz. 123].  köls (Roggel) knikker [SND (1991)] III-3-2
knikkerkuiltje kulsenkuil: kulsekoel (Roggel), kulsenputje: kulseputje (Roggel) Een holletje in de grond, door de kinderen gebruikt bij het knikkeren? [DC 21 (1952)] III-3-2
knokkelkuiltjes kuiltjes: kuulkes (Roggel) De deukjes op de gewrichten tussen hand en vinger, die men ziet op de handjes van dikke babys, maar ook wel bij dikke kinderen en mensen? [DC 21 (1952)] III-1-1
knolraap, raap reuben: rø̄bǝ (Roggel) Brassica rapa L. var. rapa. Knolraap is de gekweekte knol van de plant met de naam raapzaad, die een radijsachtige smaak heeft en doorgaans als veevoeder wordt geteeld, maar ook werd gegeten. Vergelijk ook de toelichting bij het lemma Koolraap (Bovengronds). De knollen zijn wit en hebben de grootte van een appel; het bovenste randje van de knol is vaak purperkleurig. Vaak worden ze in het stoppelveld gezaaid, na de graanoogst. De antwoorden zijn in het meervoud gegeven, behalve voor de verkleinvorm raapje dat aan het einde van het lemma is toegevoegd. [N 7, 16; N 12, 40; N 12A, 4b; JG 1b, 2c; L 6, 3a; L 41, 1; Wi 5; R 3, 31; monogr.; add uit N 12, 41 en Goossens 1963, kaart 20] I-5